Reisverslag West Canada (Britisch Columbia, Atlanta) en Seattle 2015

1 t/m 26 juli 2015

Het begint de dag al vroeg met een stevige file naar Schiphol, de vergeten telefoon van Corien en een vertraging van ons vliegtuig. Dit heeft tot gevolg dat we in Toronto de vlucht missen met daarna het geluk dat er anderhalf  uur later weer een vlucht gaat waar we bij mee kunnen. Rond 19.00 uur arriveren we in Vancouver. Nadat we onze auto (upgrade naar een nieuwe SUV!) hebben opgehaald rijden we opnieuw een  file in; het is namelijk 1 juli = Canada Day. Op deze dag viert Canada haar onafhankelijkheid en daarom zijn er veel festiviteiten en mensen in de stad. Na een snelle check-in gaan we een hapje eten en lopen door naar het vuurwerk bij Canada Place. Het is nog erg druk in de stad en we genieten van het warme weer.

Na een heerlijk ontbijt bij een bakkerijtje kopen we een kaart voor de hop on/hop off bus. We beginnen in Stanley Park. We zien de totempalen, de bloeiende rozenstruiken en lopen langs het water samen met vele andere wandelaars en fietsers. Vanaf deze kant van het water heb je een prachtig zicht op de stad met “wolkenkrabbers” en veel boten. Vanuit de bus hebben we een mooi zichtpunt naar de Lions Gate Bridge, de stad en de bergen. We zien het strand bij Englisch Bay  en stappen uit om met een klein ferrybootje naar Granville Island te varen. Daar zit een gezellige foodmarkt met allerlei eettentjes maar ook kleine winkeltjes met allerlei snuisterijen en souvenirs.  In Yaletown gezoeken we de farmersmarkt. Deze kleine boerenmarkten met lokale producten zien we heel vaak gedurende de vakantie. In dit deel van de stad zijn oude pakhuizen omgebouwd naar trendy woningen. In Chinatown is weinig te beleven en het is er niet echt gezellig. We lopen rond in het gratis deel van het  Dr. Sun Yat Sen chinees park. Dit is erg mooi en de geluiden van de stad zijn bijna niet meer te horen. Tussen Chinatown en Gastown zien we vervallen gebouwen, veel zwevers, bedelaars, hoertjes, dealers en junks in de straatjes. Geen leuke buurt om rond te lopen.  In Gastown zelf is het gezellig met winkels en terrassen. Helaas moeten we snel weer in de bus omdat deze om 20.00 uur gaat eindigen. Deze warme dag sluiten we af in een heerlijk, klein maar zeer druk bezocht  sushi restaurant op Robson Street.

Op de laatste ochtend in Vancouver bekijken we nog wat winkels en rijden vervolgens via de buitenwijken naar Harrison Hot Springs. Dit is een zeer gezellige badplaats.  We drinken op een terras een koel lokaal biertje. In heel Canada zijn er veel  plaatselijke brouwerijtjes te vinden;  dat gaan we dus uitproberen! Eten doen we in een restaurant waar de bediening in Tiroler kleding heerlijke Wiener schnitzels serveert inclusief bijbehorende live muziek! Het is nog steeds heerlijk warm (30 graden) en kunnen buiten eten. Het hotel heeft een heel groot zwembad, voordat we vertrekken nemen we een verfrissende  duik in de verschillende baden.  Daarna gaan we, inclusief lunchpakket, op weg naar Penticton. De lunch hebben we op een picknickplaats in Manning Park genuttigd waar we bekeken werden door de vele squirls.  De stop bij de Rhododendrons Flats in het park was leuk maar helaas waren alle bloemen al uitgebloeid. De rit zelf is niet heel bijzonder en het hotel in het plaatsje Penticton ligt in een buitengebied. We wandelen (20 min) via woonwijken naar een Grieks restaurant waar we buiten genieten van een schaal met lekkernijen. Ons ontbijt nuttigen we op Munson Mountain; op deze berg staat de naam van het plaatsje Penticton vermeld.  Als we daarna op weg naar Revelstoke aan de andere kant van het water rijden kunnen we precies zien waar we hebben gestaan. We rijden langs wat strandjes waar veel bootjes varen en door een gebied met heel veel wijngaarden wat redelijk vlak en groen is.

De volgende stop is Mount Revelstoke National Park. Daar maken we een korte wandeling via een houten boardwalk en worden we gewezen op de mogelijke aanwezigheid van beren.  Gelukkig komen we die niet tegen!  Het is een korte leuke wandeling met veel groen en water.  Ons hotel ligt ook dit keer weer aan de rand van het plaatsje. De receptie wijst ons op een optreden van een bandje in de buurt; we geen even kijken en drinken een koel biertje. De volgende ochtend gaan we terug naar het Mount Revelstoke National Park. Daar kopen we een nationale parkenpas voor toegang tot de Nationale Parken in Canada. Via diverse afslagen vanuit de hoofdweg komen we bij uitzichtpunten en  wandelingen.  We lopen de Ceddar Trail, ook weer een houten boardwalk langs hoge bomen. De weg  gaat verder langs Glacier National Park met de Glaciers Pas. In het Yoho National Park rijden we over de Yoho Valley Road met veel bochten en uitzichtpunten naar de Takakkaw Falls. Dit is een grote hoge waterval  (254 m)waar je nat wordt van de nevel van het water. We eindigen de dag in Banff. Dit is een gezellige wintersportplaats in een wintersportchalet. We halen lasagne en een fles wijn in de supermarkt. We wisten echter niet dat in de supermarkten geen alcohol verkocht mag worden; dit kan alleen in zogenaamde “likeur shops”. De wijn die wij dronken was dus alcohol vrij! Inmiddels valt het ons op wat er heel veel Aziatische mensen in Canada wonen, werken of op vakantie zijn door de aankondigingen in diverse Aziatische talen.

We vertrekken al vroeg naar de Banff Gondola om lange wachttijden te vermijden. We kunnen om 10.00 uur al doorlopen en gaan met een wintersportgondel naar de top van Sulphur Mountain. Vanaf daar hebben we een prachtig uitzicht op de Canadese Rockies en Banff. De gondel gaat in 8 minuten naar 698 meter hoogte.  Tijdens de gondelrit werden we getipt om te gaan wandelen bij Lake Louise. We onderzoeken dit tijdens een heerlijk kopje cappuccino; in Canada is het heel gewoon om een kopje “bravilor” koffie geschonken te krijgen omdat in veel cafeetjes en in restaurants de koffiemachine kapot blijkt te zijn …. We rijden via de “oude” snelweg (Highway 1A) door prachtige bossen en hopen op wat dieren. Helaas zien we alleen een jonge elk staan langs de weg.

Het meer: Lake Louisa is een plaatje. Prachtig blauw turquoise water met op de achtergrond besneeuwde bergtoppen en gletsjers. Op het meer  varen rode bootjes wat mooie foto’s oplevert.. We maken een wandeling naar Mirror Lake en vanaf daar naar Lake Agnes met een echt Engels theehuis. Het is een behoorlijke klim naar boven maar we lopen heerlijk  koel tussen de bomen met prachtige uitzichtpunten.

In het plaatsje Banff halen we een lokale zoete lekkernij: Beavertail. Dit is een ovaal brood/bladerdeeg met daar boven op een laagje stroop met een eigen keuze van o.a. chocolade met banaan. We rennen naar de auto omdat er een stevige korte onweersbui los is gebarsten. Door de vele uren in de auto heeft Ron wat last van zijn rug gekregen. Even een rustmoment inlassen in het huisje. Via de Icefield Parkway vertrekken we naar Jasper. We rijden tussen de machtige Rockies met hoge, stijle soms met sneeuw bedekte bergen en immense ijsvelden naar het Icefield Visitors Center en boeken 2 excursies.  De Glacier Skywalk met een hoogte van 280 m heeft een glazen platform zodat je een prachtig zicht hebt op de berg en het riviertje onder je!  Daarna gaan we met een grote “ïjsmobiel” naar de Athabasca Gletsjer dat behoort tot het Columbia Icefield (een van de grootste gletsjergebieden ter wereld). De gletsjer waar we over lopen heeft de hoogte/dikte van 3x de Eifeltoren. Het is erg schoon en zuiver water. De klimaatverandering is ook hier zichtbaar aan de lijnen van de gletsjer van een aantal jaren geleden vs de huidige stand zie je dat de gletsjer veel kleiner is geworden.  Vervolgens rijden we door naar het hotel in Jasper (nog 1 uurtje rijden). Ook weer een gezellig kleinschalig “wintersport”plaats. We vinden in een restaurant op een boventerras een tafeltje zodat we kunnen nagenieten van het mooie weer. De dag sluiten we af in de hottub bij ons hotel.

De dag daarop brengen we door in Jasper National Park. We maken een leuke wandeling bij Maligne Canyon van de 2e t/m de 5e brug. Onder de bruggen loopt de Maligne rivier. Het water wordt met geweld door het smalle riviertje gepushed met de nodige stroomversnellingen en een mooie waterval, waarna het bij brug 5 breder en rustiger wordt. Via het blauwe Medicine Lake rijden we door naar het blauwe Maligne Lake. Op de terugweg naar het dorp spotten we in de verte onze eerste zwarte beer. Bij Lake Anette, net voor het dorp, zitten we aan de waterkant om te genieten van de zwemmers en het windje. Terug in het appartement even een was gedraaid en daarna terug richting het dorp om bij een Koreaans restaurant te gaan eten. Op de heenweg zien we grote rookpluimen. Het blijkt dat vanaf 16.30 uur Jasper National Park is gesloten; alle aanwezigen zijn uit het park gehaald vanwege een grote bosbrand (220 ha) bij Maligne Lake. Er zijn zelfs mensen geëvacueerd door de brandweer. Gelukkig staat de wind naar de andere kant en is er geen gevaar voor het dorp. Door de zeer zachte winter met bijna geen sneeuw, gevolgd door een zeer droge lente en zomer zijn er op dit moment in het gehele gebied veel bosbranden. Daarom is er bijna overal een verbod op het maken van vuurtjes op campings of op andere plaatsen. We zitten ’s avonds nog even in de hottub en ruiken de overheersende brandlucht. Ook de volgende ochtend staat het in het dorp vol met rook. Er is niets meer van de bergen te zien. We vertrekken richting Clearwater via Mount Robson Provincial Park. Mount Robson. Door de heldere lucht kunnen we Mount Robson met een hoogte van 3956 m in de verte zien.  We lopen het eerste deel van de Berg Lake Trail om te eindigen bij het Kinney Lake aan de voet van Mount Robson. Er zitten veel muggen en zien mensen lopen met allerlei belletjes aan de rugzakken om de beren op afstand te houden. Ook komen we mensen tegen met volle campinguitrusting die op de campings aan de voet van de berg gaan overnachten. Delen van het pad zijn overstroomd en we moeten soms  een alternatief pad zoeken om verder te kunnen wandelen. We lopen dan ook dicht langs de snel stromende rivier. Ook zien we helikopters die met grote waterzakken bosbranden in de omgeving aan het blussen zijn.

Rond 17.00 uur komen we aan bij ons hotel in Clearwater. We hebben een heerlijk terrasje, de zon schijnt en naast het hotel zit een zaakje waar we koel bier kunnen kopen. Dit is dus even genieten! Na een lekkere maaltijd in de “dinner” van het hotel zitten we nog even buiten in de hottub. We rekenen er op dat dit helpt bij de rugpijn van Ron maar doen het toch de volgende dag nog rustig aan. We rijden naar Grey Wells Provincial park om daar de watervallen te bekijken.

We starten bij de Helmcken Falls. Deze 137 hoge waterval komt vanuit een hoge kom en stort neer een in kom voordat het doorstroomt naar de rivier en is omringd door hoge groene bossen. Daarna volgt de Dawson Falls waterval. Deze waterval is niet hoog maar voornamelijk breed (91,5m). We kunnen lopen tot de plek waar het water 5 meter naar beneden raast, wat een geweld! De laatste waterval heet Spahats Falls. De watervallen in het park zijn uit ontstaan door de terugtrekkende gletsjers. Als laatste nemen we nog een stevig klimmende hobbelige en deels onverharde weg met veel bochten naar de Green Mountain Lookout. De lunch gebruiken we op een terras bij Painted Turtle aan het Dutch Lake. De naam is zeker kloppend want er zitten hier veel Nederlanders.  ’s Avonds valt er wat regen en koelt het wat af. Ook deze avond hebben we weer gebruik gemaakt van de hottub. Twee dagen geleden hadden we op weg naar Clearwater al een bord gezien met een River Safari in Blue River. Dit ligt zo’n 100 km van Clearwater af. We besluiten er toch terug naar te rijden in de hoop wat beren te zien. In een klein bootje met 10 personen gaan we het meer op.  Onze reis wordt beloond: we zien een 6jr oud en een 2,5 jarig mannetje separaat van elkaar langs de rivier lopen. Ze trekken zich beiden niets van ons bootje aan en gaan door naar het zoeken van eten. Ook zien we 2 grote visarenden. Vervolgens gaan we terug naar Clearwater waar we aan de rand van de rivier onze lunch nuttigen en rijden via Highway 24 naar het plaatsje 108 Miles Ranch waar we op een ranch overnachten. De weg loopt midden door een park met zeer veel groen, redelijk vlak en heel veel meertjes. Onze ranch ziet er prachtig uit. Er staan helaas op dat moment geen paarden maar alleen 3 ezeltjes. Bij de ranch zit ook een klein snowpark; inclusief sleeplift, een afdaling voor snowtubs en heel veel muggen.

Vanuit 108 Miles Ranch rijden we door een groen vlak landschap met heel veel ranches/boerderijen  waar we bijna geen dieren (paarden, koeien of schapen) zien.  Er rijden hier opvallend veel vrachtauto’s met boomstammen, pallets en houtsnippers; dit heeft te maken met de houtindustrie die hier volop aanwezig is. We komen op tijd aan in Prince George. In het hele dorp is zowel ’s middags als ’s avonds weinig te beleven en zien we weinig mensen lopen. We eten ’s avonds in een Indiaas restaurant.  Ook de rit naar Smithers verloopt soepel en gaat door groen, heuvelachtig gebied.  Hier komen we onderweg weer veel vrachtauto’s tegen beladen met allerlei soorten hout.  In dit kleine, rustige dorpje sluit alles om 17.00 uur en blijven daarom maar hangen in de plaatselijke restaurant/pub (Alpenhorn). Net als elders in Canada wordt er overal al heel vroeg gegeten; om 20.00 uur ’s avonds gaat de keuken vaak al dicht. Ron zijn rug lijkt veel beter te zijn; hij heeft nergens last meer van. De weg naar Prince Rupert is bijzonder. Vanuit Smithers rijden we eerst langs de Toboggan Creek Fish Hatchery (viskwekerij). Daar staan grote bakken met kleine zalmvisjes die nog uitgezet moeten worden in de rivier. Vanuit de rivier zullen deze visjes (die een tag hebben) zwemmen naar de zee waar ze verder groeien en ontwikkelen. Na 3 a 4 jaar komen de volgroeide zalmen weer terug naar de rivier waar ze zijn uitgezet.  Op de stop bij Moricetown  zien we de eerste zalmen springen uit het water; zij zwemmen standaard stroomopwaarts. De reden waarom de zalmen springen is onbekend. Wel zijn ze op deze manier makkelijk te vangen door de vele vissers die we vanaf hier tot zelfs in Vancouver Island zien zitten. Onderweg is het erg groen, hebben we veel regen. Omdat we richting zee rijden is het hier koeler en erg rustig op de weg. Vanaf Terrance rijdt hier alleen bestemmingsverkeer voor Prince Rupert. We rijden met een mooi zonnetje langs de rivier en hebben prachtige vergezichten op de kale bergen met wat groen en de grijs/blauwe brede rivier naast ons.  In dit stadje vindt je naast de bewoners voornamelijk de toeristen die met de boot richting Vancouver Island of Alaska varen. In de brochures staat een leuk wijkje “Cowbay” beschreven met artistieke winkeltjes en een gezellige sfeer. We wandelen daar naar toe; maar helaas zijn de winkeltjes inmiddels gesloten en schuiven we aan in het Cowbay Cafe waar we een heerlijke Italiaanse maaltijd nuttigen met het eerste glas witte wijn van onze vakantie!

We moeten vroeg op om met de Inside Passage van Prince Rupert naar Port Hardy te varen. Om 05.30 uur staan we in de rij om de boot op te rijden; om 06.00 mogen we de boot op rijden en om 07.30 uur vertrekt de boot.  Het is heerlijk rustig dus we kunnen heen en weer lopen en zitten waar we willen zitten.  De boot vaart in totaal zo’n 15 uur dus kunnen we heerlijk relaxen en op aangeven van de schipper spotten we walvissen en komen we prachtige uitzichten, kleine vuurtorens en huisjes tegen.

We varen tussen de eilanden ten westen van Canada en het vaste land. Na 10 uur varen leggen we aan in Bella Bella; een zeer klein plaatsje waar we  genieten van 2 visarenden die heen en weer vliegen. Ook de zonsondergang is prachtig! Om 23.00 uur komen we aan in Port Hardy, het noordelijkste puntje van Vancouver Island.  Vanaf de boot rijden we naar ons hotel waar het natuurlijk al helemaal donker is. Het hotel blijkt aan een meertje te liggen in een groen en bosrijk deel van het eiland. We rijden naar Telegraph Cove wat een pittoresk dorpje is dat op houten palen in het water staat aan de rand van de zee. Vanaf hier vertrekken er boten voor het spotten van orka’s. In het plaatsje Sayward aan de oostkust van Vancouver Island eten we onze broodjes; vanaf hier is er een prachtig uitzicht op de Johnstone Strait die het eiland scheidt van het vaste land. Door de vele wegwerkzaamheden komen we pas rond 17.00 uur aan in Campbell River. Ons hotel ligt aan het water. We gaan op zoek naar het bedrijf Adventure Quest Tours voor een boottocht om walvissen en orka’s te spotten. Om 10.00 uur vertrekken we met een klein dicht bootje met in totaal 7 personen inclusief de schipper (Lee). Er is in de ochtend melding gemaakt van orka’s en samen met 3 anders bootjes willen ze kijken of het mogelijk is om daar naar toe te varen; alle 3 de boten varen via een andere route naar het zelfde punt. Helaas blijkt na aan uurtje hard varen en stuiteren op de water dat het loos alarm was en gaan we in rustiger tempo op zoek naar walvissen. En die komen we ook tegen! De boten zijn verplicht om op minimaal 100m afstand te blijven varen en zich niet tussen de walvis (Humphback Wale) en de kust te manoeuvreren. Samen met de 2 andere boten genieten we van de walvis die met tussenpozen omhoog komt en een rondje aan het zwemmen is. 

De lunch hebben we op een prachtige plek bij een strandje  waarna we verder varen op weg naar dolfijnen (pacific white dolfins).  We zien een hele grote groep; zwemmend, springend, samen, alleen. De schipper vertelt dat deze grote groep dolfijnen bijna altijd in dit deel van de zee zit. Met een heerlijk gevoel varen we terug naar Campbell River waar we rond 16.00 uur aankomen. Snel wat eten en daarna op weg naar ons volgende hotel in Uchelet wat nog zo’n 3 uur rijden is. Het eerste stuk wat we rijden is snelweg dus dat schiet op; daarna komen we op de provinciale weg en staan we al snel in een file. Er blijkt een auto in een meertje te zijn gereden. Op de weg door het stadje Albelli wil opeens een ree de weg oversteken; dat is dus even schrikken en remmen!  Het 2e deel van de weg bestaat voornamelijk uit heel veel krappe bochten waar je vaak maar 30 of 40 km per uur mag. Het is een prachtig gezicht maar de reis duurt zo wel lang. Om 20.30 uur komen we aan in het hotel; nog even een ijsje gegeten om af te koelen en dan zit de dag er al weer op. We moeten even zoeken naar een plekje om te ontbijten; alle 3 de ontbijtrestaurants in het dorpje zitten  vol. Daarom een kop koffie met een broodje en op weg naar het Pacific Rim National Park Reserve. Hier moeten we eerst  een parkeerpas (15 euro) kopen voordat we in het park mogen parkeren. We parkeren de auto bij Florencia Bay; na een prachtig uitzicht op de zee lopen we via de trap naar beneden en klimmen we over wat boomstronken om bij het strand en water te komen. Daar liggen de surfers in zee te wachten op de juiste golf. 

Vanaf Florencia Bay lopen we de Nuu Chali Nulth Trail (2,5 km) naar Wickaninnish beach. Bij het startpunt hangt echter een waarschuwing voor beren in de omgeving; advies is om in groepjes door het bos te wandelen. Helaas zijn er geen andere mensen die de wandeling maken dus besluiten we om samen op pad te gaan. We maken het nodige geluid om de eventuele beren op afstand te houden en zien gelukkig geen beren op ons pad! Tijdens de wandeling lopen we eerst door een bos over boomschors paden; daarna volgt een mooi stuk over houten vlonders met uitzicht op de branding. Het eindpunt is een rustige  branding met een prachtig strand waar we verder wandelen; daarna weer via dezelfde route terug naar de auto om tussendoor een uitstapje te maken naar de South Beach Trail. Eerst weer een steile trap naar het strand en vanaf daar een prachtig uitzicht op een ruwe branding.  De volgende stop is Long Beach; een bekend stukje strand en daarom erg druk.  Vanaf daar rijden we door naar het plaatsje Torfino; het is er erg gezellig en er zijn veel restaurants in dit plaatsje.

In Uchelet hebben we bij de plaatselijke slijterij een doos met biertjes gehaald, de was gedaan en daarna in 1 van de weinige restaurantjes in het dorp heerlijk gegeten. Helaas was het te koud om buiten te eten.
Via dezelfde kronkelweg waar we 30/40 km per uur kunnen rijden komen we weer op de snelweg richting Victoria. We maken een stop in het plaatsje Chemainus. Dit plaatsje staat bekend om de grote en vele muurschilderingen op lokale gebouwen; deze schilderingen hebben o.a. te maken met de pioniers en houtindustrie waar het gebied vroeger om bekend stond. Het is er gezellig maar ook erg ingespeeld op de toeristen die hier een stop komen maken. Rond 16.00 uur komen we aan bij ons hotel in Victoria; de grootste plaats op Vancouver Island. We lopen vanuit het hotel naar Fisherman’s Warff; een klein wijkje met huizen op palen in het water. Het is erg kleurrijk en deels wordt het bewoond en deels zijn het toeristen winkeltjes/restaurantjes. We boeken bij Eagle Wing Tours een tocht om de volgende dag orkas (killer whales) te gaan spotten. Met een watertaxi laten we ons afzetten bij de Inner Harbour/Empress Hotel. Op de kade is een straattheater met foodtrucks. We eten een hapje bij een Griekse en een Mexicaanse truck. Gezellig en relaxed. Daarna lopen we wat door de bekende straten: Market Square, Bastion Square en Chinatown. Het is erg rustig op straat en met uitzondering van wat pub’s en restaurants is ook alles gesloten. Op een terras bij de haven nemen we nog een afzakkertje onder een niet werkende warmtelamp. 

De volgende ochtend zetten we onze ontdekkingstocht  in Victoria voort; Ron gaat hier zelfs nog even naar een kapper! Om 14.30 uur moeten we inchecken bij de boot voor onze orka trip. Er blijken 2 groepen  orka’s elkaar te gaan kruisen dus onze catamaran zet stevig koers naar de juiste plaats. De zee is behoorlijk ruw en het blijkt dat we binnen een paar minuten al in Amerikaanse wateren varen. We zien heel veel orka’s zwemmen en springen samen of alleen. De begeleiders op onze boot kunnen exact vertellen hoe alle orka’s heten en wat hun oorsprong is, ze zijn erg begaan met deze dieren. Helaas moeten we na 1 uur genieten weer terug richting Victoria. We varen nog langs kleine eilandjes en maken een tochtje door de Inner Harbour. Om 19.00 uur zijn we weer terug aan de kade en drinken en eten wat in een Ierse pub. De wekker gaat om 06.00 uur voor het vertrek met de veerboot naar Vancouver.  Om 09.35 uur staan we weer aan vaste land, brengen onze bagage alvast naar ons hotel en rijden door naar de bergen aan de noordkant van Vancouver. We gaan naar de Capilano Suspension Bridge.  Deze brug hangt 70m hoog boven de canyon, is 137m lang en is daarmee de langste hangbrug ter wereld. Ook maken we een wandeling op de Treetops Adventure; een wandeling op 30 m hoogte over zeven handbruggen tussen de boomtoppen. Als laatste nog een wandeling over een brug die aan de zijkant van een rots is gebouwd, waarbij je uitkijkt over het prachtige regenwoud rondom je heen en waar je op ijzeren en glazen platen loopt.  Bij dit “attractiepark” merken we voor het eerst op dat het druk is geworden vanwege de vakanties. We staan dus ook voor het eerst in een lange rij om kaartjes te kopen, om de brug op te gaan en om wat eten te bestellen. Rond 14.00 uur vertrekken we om de auto in te leveren. Dit kan gelukkig dicht bij ons hotel zodat we nog voldoende tijd hebben om ’s avonds rond te lopen en een hapje te eten bij een restaurant aan het Waterfront/Canada Place. We maken het niet te laat want de volgende ochtend vertrekt om 06.30 uur de trein naar Seattle. Omdat we vanuit Canada de grens naar Amerika over gaan moeten we tijdig aanwezig zijn voor de grenscontroles, paspoortscans, etc.

Na een mooie treinreis door een schitterend landschap en maar een heel korte onderbreking voor de paspoortcontrole bij de grens komen we rond 11.00 uur aan in Seattle. Ook hier is het lekker warm maar is het ook veel drukker, zijn de gebouwen groter en staat dichter op elkaar en is er veel meer verkeer op straat. De toeristen die hier rondlopen zijn veelal Amerikanen; je ziet hier niemand meer met een fotocamera oid. Met de monorail (tram boven de weg) gaan we naar het Seattle Center. Hier staan zowel de Space Needle als het muziekmuseum (EMP). We kopen toegangskaartjes voor de Space Needle waar we 1x in de middag en 1x in de avond gebruik van kunnen maken. Met een lift gaan we in no time 184m omhoog en kunnen we buiten langs de rand (observation dek) rondlopen om te genieten van het uitzicht. De hoogtepunten van de stad staan op de rand aangegeven zodat we ook meteen zien waar wat te vinden is. Na het bezoek aan dit hoogtepunt gaan we naar het muziekmuseum.  Binnen is een fantastische toren gebouwd met allemaal gitaren in allerlei soorten, maten en kleuren. Daarnaast zijn er kleinere tentoonstellingen over o.a. Nirvana, Jimmy Hendrix, gitaren door de jaren heen, muziek behorende bij (horror)films en kan je zelf op diverse muziekinstrumenten spelen of je eigen liedjes ten gehore brengen.  ‘s Avonds lopen we richting het waterfront waar we genieten van een heerlijke vismaaltijd. In het donker lopen we naar de Space Needle om nogmaals van uit het uitzicht te genieten. Het is een flinke wandeling en op sommige plaatsen is het ook wel heel erg rustig qua mensen en verkeer terwijl het nog maar 21.00 uur is. Waarschijnlijk zijn we 1 van de laatste die met de lift nog naar boven kunnen en hebben boven alle tijd om opnieuw rond te kijken en het verschil te ervaren tussen het uitzicht van middag en avond. Helaas is de monorail al gestopt dus nemen we de taxi terug naar ons hotel.

De laatste ochtend van onze vakantie is het helaas aan het regenen. We lopen daarom snel door naar Pike Place Market. Dit is een grote overdekte markt met allerlei kramen met eten (vis, kruiden, vlees, confituren) maar ook bloemen en lederwaren. Op de lagere etages zijn vooral t-shirt zaken, platenzaken, interieurzaken te vinden. Aan de overkant van de markt zijn voornamelijk restaurantjes te vinden en de eerste Starbucks ter wereld. Het weer wordt ’s middag beter en kunnen we op ons gemak buiten rondlopen, het standbeeld van de ‘hammerman’ en de gum wand bekijken. Deze gum wand zit aan het beginpunt van een steegje is met heel veel soorten en kleuren kauwgum bekleed.  We wandelen daarna door de wijk Capitol Hill, langs Columbia Center Skyview, Chinatown en Pionieer Square met op dit klein pleintje allemaal zwervers en junkies die daar zitten, liggen of wellicht zelfs wel wonen. Dit geeft geen veilig gevoel en we lopen daarom door naar het wat drukkere deel van de stad via 2nd Avenue.  In een gezellige pub/restaurant/brouwerijtje drinken we nog een biertje voordat we op zoek gaan naar een leuk restaurant ter afsluiting van de vakantie. Dit wordt een kleine restaurantje op een bovenverdieping bij Pike Place Market. We hebben ook hier weer heerlijk gegeten. Hierna is het snel de koffers inpakken en vroeg in de ochtend vertrekken we met de taxi naar de luchthaven van Seattle voor de terugreis via Chicago naar Amsterdam. De vlucht verloopt vlekkeloos; helaas blijkt bij aankomst dat de deuren van het bagageruim niet opengaan en onze bagage handmatig uit het vliegtuig moet worden geladen. Extra wachttijd: 3 uur. Gelukkig is de taxi op ons blijven wachten en komen we loom en slaperig weer thuis na een fantastische reis.