Reisverslag Maleisië
17 september - 6 oktober 2010
Na een lange vlucht komen we om 06.15 uur aan op de luchthaven van Kuala Lumpur in Maleisië. Via een treintje komen we bij onze bagage en maken we kennis met de andere Djoser medereizigers. Ons eerste hotel is gelegen aan de rand van Chinatown; we komen dus meteen in de drukte van de grote stad. Na een korte briefing vertrekken we om de eerste indrukken van Kuala Lumpur te krijgen. Via de Central Market waar voornamelijk namaak artikelen worden verkocht en waar veel eettentjes staan nemen we de metro naar de binnenstad. We nemen de lift in de KL Tower naar 421 meter hoogte; hier hebben we een goed uitzicht over de stad en de groene omgeving. In de nabijheid van ons hotel testen we ons eerste eetkraampje langs de straat en genieten we van heerlijke saté. We maken zelf de keuze van de stokjes die we willen eten en deze worden ter plaatse voor ons gegrild of gefrituurd. We weten nu al dat het eten ons goed zal gaan bevallen. Nadat we samen met de gehele groep hebben gegeten lopen we terug over de nightmarket in Chinatown. Ook hier weer een uitstalling van nep horloges, tassen, t-shirts, etc van allerlei grote merknamen.
Andere hoogtepunten van de stad zien we via een rondrit langs o.a. het Nationale Paleis waar de gekozen sultan van Kuala Lumpur leeft, iedere 5 jaar wordt deze opnieuw gekozen. Het is een groot koloniaal huis met grote balkons en een grote tuin. Voor de hoofdingang zien we de aflossing van de wacht; de 2 soldaten op hun paarden worden gewisseld. Het Nationaal Museum ziet er zeer verzorgd en volledig uit. We zien en lezen over de lokale cultuur en historie van Maleisië. Ook zien we de hoogste vlaggenmast van Maleisië op het Plein van de Onafhankelijkheid (95 m). Hier merken we al dat deze nationale vlag op heel veel plaatsen bij grote gebouwen en restaurants in het hele land opgehangen wordt. We bezoeken de Masjid Negara (moskee) maar voor die gelegenheid moeten we ons eerst van top tot teen bedekken in een groen gewaad.
Ons laatste bezoek die middag is aan de Petronas Twin Tower. Deze tweelingtorens zijn gemaakt van glas en staal en zijn zo'n 452 meter hoog. In 1 van de torens zit het olieconcern Petronas en in de andere diverse multinationals. Via een supersnelle lift komen we op de 42e verdieping uit bij de skybrigde; hier mogen we even over de brug tussen de twee torens lopen om van het uitzicht te genieten en foto's te maken. Onze lokale gids heeft 's morgens vanaf 04.30 uur in de rij gestaan om de entreekaarten te kopen, er worden per dag namelijk een beperkt aantal kaartjes uitgegeven. Bij de torens is een groot winkelcentrum gevestigd waar de originele grote merken verkocht worden maar waar ook een groot zwembad en tuin omheen aangelegd is. Op het terras genieten we van de activiteiten die hier plaatsvinden.
De volgende dag zoeken we de Maha Mariammantempel, dit is een van de mooiste hindoetempels in Kuala Lumpur. De ingang is versiert met kleurrijke beelden van goden. Elk jaar start hier de processie naar de tempel van de Batugrotten die we vervolgens bezoeken. We klimmen hier 272 trappen omhoog waar we aankomen in de kathedraalsgrot. Door de gaten in het dak komen lichtstralen naar binnen zodat de grot een geheimzinnige sfeer krijgt. Helaas zitten er veel aapjes bij de trappen die zo brutaal zijn dat ze tegen je opspringen of je tas willen pakken. We verlaten de grot dan ook weer snel. De eerste regenbui maken we mee als we de trappen willen beklimmen. Er wordt dan ook niet voor niets gezegd dat er in Maleisië iedere dag een bui valt. En onze ervaring leert inmiddels dat dit ook waar is. Gelukkig is de temperatuur rond de 30 graden zodat een buitje ook niet erg is. We rijden door naar het Kuala Selangor Natuurpark; de aapjes die we daar zien mogen we voeren en zijn "vriendelijk en leuk". Na in een chinees visrestaurant met uitzicht over de rivier o.a. krab wordt gegeten die we zelf moeten openen door er met een hamer op te slaan (!) rijden we door naar Kampung Kuantan. Hier zien we heel veel vuurvliegjes die oplichten in de bomen langs de oever van de rivier; het lijkt alsof er iemand een knipperend kerstsnoer in de bomen heeft gehangen. Omdat deze vuurvliegjes alleen in het donker zichtbaar zijn stappen we na zonsondergang in een bootje waar we langs de oevers varen om dit te bekijken. Op de terugreis besluiten we een taxi terug te nemen naar de Petronas Towers om deze in het avondlicht te fotograferen.
Na 3 dagen in de grote stad te zijn geweest vertrekken we naar het kleinere plaatsje Malakka. In dit plaatsje hebben zowel de Maleisische sultans, Portugezen, Engelsen en Nederlanders hun sporen achtergelaten. Dit is o.a. zichtbaar door de uitstraling, bouw en naamgeving van een aantal gebouwen en straten (Heerenstraat, Stadhuys). De binnenstad is een Unesco World Heritage monument. Onze eerste indruk van de stad krijgen we via een bootrit over de rivier. We zien oud/nieuw, laag/hoog door elkaar heen gebouwd staan. Daarna nemen we een heerlijke duik in het zwembad dat we door het omweer helaas al snel moeten verlaten. 's Avonds eten we in een visrestaurant in de Portugese wijk. Ook hier weer veel garnalen, St Jacobschelpen en andere vissoorten. In de binnenstad nemen we een drankje en lopen daarna zo'n 20 minuten terug naar ons hotel aan de rand van de stad. De andere groep neemt een felverlichte fietsriksja om gelijktijdig met ons aan te komen.
Ook een citytoer staat op het programma. We bezoeken een typische paalwoning in een traditioneel Maleis dorp; hier zie je de grote rijkdom die de mensen vroeger hadden in de luxe ingerichte en grote huizen. Het huis wat wij bezoeken is inmiddels een museum. In het rode "stadhuys" zit een museum met de historie van Malakka en is het oudste nog bestaande Hollandse gebouw in Maleisië. Op hetzelfde pleintje staat de Christ Church, de Queen Victoria fontein, de klokkentoren en de windmolen, typisch Nederlands. Vanaf het stadhuys lopen we naar boven naar de St. Pauls Hill, hier staan de grafzerken met de namen van Nederlanders die daar begraven zijn. De ingang van deze poort (zonder deur) heeft het VOC wapen ingegraveerd staan. In de Chineese wijk lopen we door de straat met de 3 gebedshuizen. De meest kleurrijke tempel is de Chinese tempel. Hier kopen we wierookstokjes die we moeten aansteken waarbij we gelijktijdig een wens mogen doen. De moskee is minder kleurrijk en we worden geïnformeerd over het reinigingsritueel. Op de bijbehorende begraafplaats zie je aan de vorm van de steen of het een vrouw of man betreft. De vrouwen hebben een ronde en de mannen een vierkante grafsteen. Helaas is de hindoetempel gesloten.
Na zonsondergang gaan we een 80 meter hoge draaiende torende in om Malakka van boven te bekijken. We zitten met z'n 2en in deze lift en hebben alle tijd om gedurende 7 minuten de verlichte stad en omgeving te bekijken. Rond 20.00 uur begint het te regenen en dit lijkt niet meer op te houden. Door het busje van het restaurant waar we hebben gegeten worden we naar ons hotel gebracht.
De volgende ochtend vertrekken we al vroeg richting Taman Negara National Park. Tijdens de lunch maken we een stop bij olifantenopvangcentrum Kuala Gandah. Olifanten die te dicht bij de bevolkte gebieden komen worden gevangen en in natuurreservaten weer uitgezet. Ook worden er gewonde dieren opgevangen en verzorgd. We mogen de olifanten voeren en eventueel een ritje op de rug maken. Door de vele regen is de waterstand te hoog om mee te helpen de olifanten te wassen. Onze volgende stop is bij het hotel in het park. Na wat heen en weer bellen door de reisbegeleiding krijgen we de komende 3 nachten mooie, schone en ruime kamers in een chalet. In eerste instantie waren er kamers toegewezen waar geen raam in zat en een muffe geur hadden. We eten 's avonds bij de drijvende restaurantjes in de rivier. We zitten in een moslim-islamitisch deel; dit houdt in dat er geen bier wordt geschonken, het eten halal is en dat zelfs de blikjes cola, flessen met ketjup zijn voorzien van het Halal keurmerk.
Het park is ruim 130 miljoen jaar onaangetast en is het grootste van West Maleisië (430.000 ha) en is in 1938 tot National Park verklaard. De geplande trekking met overnachting in trekkershutten is komen te vervallen. We vertrekken daarom 's morgen vroeg voor een hiking van zo'n 4 tot 5 uur. Een lange broek is noodzakelijk voor de teken en de bloedzuigers. Gelukkig heeft het niet geregend en zijn de paden redelijk tot goed bewandelbaar. De tocht is echter warm, vochtig en er wordt stevig doorgelopen. Het lukt daarom niet om rustig rondom je heen te kijken naar de diverse bomen, bloemen en andere kleine diersoorten. Na de lunch gaat een deel van de groep verder en slaan wij af om door te lopen naar de rivier Sungai Tembeling. Daar gaan we met bootjes naar een ander deel van het park waar we verder lopen om uit te komen bij de waterstroming (Cascades) van Lata Berkoh. We hadden hier een hele voorstelling van gemaakt, maar het zijn grote rotsblokken in de rivier die zorgen voor de stroomversnellingen. We lopen weer terug naar de rivier waar we in een bootje een heerlijke terugrit maken richting ons hotel. Inmiddels zijn we nat van het zweet, het vochtige weer en natuurlijk van het opspattende water. Na een heerlijk snackmoment van een bananenpannenkoek, hamburger en cola krijgen we weer energie. Die avond eten we in het restaurant dat behoort bij het national park. Omdat dit een toeristische locatie is, is er naast westers eten ook gewoon alcohol te verkrijgen. Je betaalt natuurlijk wel de hoofdprijs (5 euro voor een blikje bier). Terwijl dit normaal gesproken net iets meer dan een euro is.
Een "hoogtepunt" is de canopy tour waar we over smalle hangbruggen die zo'n 40 meter boven de grond hangen tussen de bomen wandelen. Alleen het eerste deel mogen we bewandelen (280 meter lang); het tweede deel wordt opgeknapt omdat er een door termieten vernietigde dode boom tussen staat; deze boom kan niet meer gebruikt worden en de hangbrug moet op een andere manier bevestigd worden. Onze loopbrug heeft gelukkig een houten planken vloer en touwleuningen voor de stabiliteit. Na 3 loopdelen is er een trapje naar beneden, eveneens met planken en touwleuningen.
Een van onze medereizigers heeft voor de volgende dag een boottripje met zogenaamde longboats geregeld. We varen eerst naar de lokale bewoners (Orang Asli). Deze nomadenstam vertrekt iedere keer naar een nieuwe locatie als er iemand uit de stam is overleden. Echter deze stam krijgt geld om te blijven waar ze zijn zodat toeristen ze kunnen bezoeken en kunnen worden geïnformeerd over hun leefwijze. We zien dan ook hoe zij vuur maken, maar ook hoe ze pijlen maken om wild uit de bomen te schieten met dodelijke pijlen uit hun blaaspijp. Daarna laten we ons heerlijk natspetteren in de boot tijdens de vele stroomversnellingen en zoeken we de omgeving af naar apen, vogels of andere bijzondere dieren. Deze avond regent het zo hard dat we besluiten bij het hotel te eten, de volgende dag moeten we weer vroeg op voor de busrit naar de volgende bestemming.
Door de regen en de omgeving die voornamelijk bestemd is om wandeltochten te maken, hebben we de afgelopen dagen 's middags veel vrije tijd gehad en zijn heerlijk uitgerust.
We rijden weer de hobbelige en kronkelende weg terug naar de snelweg en bewoonde wereld. Onderweg stoppen we bij de Lata Iskandar Watervallen en zien we veel theeplantages, groentetuinen en kwekerijen. Ook hier is alles groen. We merken dat we richting een ander deel van Maleisië rijden, het weer wordt vochtiger en kouder (21 graden). De Cameron Hooglanden liggen op zo'n 1500 meter hoogte. Een lange broek is zeker 's avonds niet overbodig! Ons dorpje (Tanah Rata) is erg toeristische en we vinden dan ook een echte Starbucks en drinken eindelijk weer een goede kop koffie. Met de bus (vanwege de afstanden en hoogte verschillen) krijgen we een tour. We starten bij een theeplantage waar we onderweg al zien hoe de thee geplukt wordt; binnen zien we de rest van het proces tot aan de ons bekende theeblaadjes. Natuurlijk genieten we van een heerlijke mok verse thee van de eigen plantage en kijken we uit over de vele theeplantages. We bezoeken een bijentuin en rijden vervolgens richting de vlindertuin. We krijgen eerst een rondleiding en informatie van allerlei insecten zoals slangen, schorpioenen, spinnen etc. Onze gids haalt sommigen dieren uit de kooi zodat we de beestjes zelf kunnen aanraken en oppakken. In de vlindertuin zien we mooie grote vlinders met vele kleuren. We horen dat deze vlinders maar een week leven, er liggen dan ook veel dode vlinders tussen de planten. Aangezien de weervoorspellingen niet zo goed zijn rekken we de dag met nog wat uitstapjes naar een lokale markt waar we vele soorten bekende en onbekende groente zien liggen. Als laatste een bezoek aan een aardbeientuin; helaas is dit meer een tuincentrum waar de aardbeienpotjes hoog in de kassen hangen. De gehoopte aardbeientaartjes zijn nergens te vinden....
Ook in deze omgeving is het mooi om te wandelen, gelukkig is het weer 's morgens goed en vertrekken we met de bus richting een mooie waterval waarna we Jungle Trail 9A gaan lopen. Dit keer vertelt de gids ons veel over de bloemen, planten en dieren die hier leven. We zien een giftig beestje waar zelfs onze gids bang voor is. Helaas is hij te snel met aanwijzen van het diertje zodat deze snel onder de bladeren verdwijnt en wij geen foto kunnen maken. Wel hebben we geluk bij de 1000 poot. De wandeling is glibberig en op sommige delen erg glad. We moeten dus blijven uitkijken waar we lopen en waar we onze voeten neerzetten. Rond de lunch zijn we terug in het dorp waar we een heerlijke sandwich eten. Ons statement om die middag niets meer te doen verdwijnt als onze gids ons bij Starbucks komt ophalen om mee te gaan aardbeien plukken en een bezoek te brengen aan de 4e grootste Chinese tempel van het land. Het regent echter weer lekker door. Bij het aardbeienplukken kijken we toe hoe 6 van onze medereizigers dit doen, terwijl zowel zij als wij ons tegoed doen aan de heerlijk grote aardbeien die van de planten afkomen... Die avond hebben we een afscheidsdiner van onze lokale gids en chauffeur. Er wordt iets geregeld in een chinees restaurant waar zelfs Nederlandse karaoke is. Er wordt meegezonden en de polonaise slaan we even.
Er volgt weer een reisdag richting Penang. Om 08.00 uur verlaten we het koude en vochtige Cameron Hooglanden en hopen op warmer weer. Tijdens de lunch komen we bij Bukit Merah, dit is een ecopark waar ook een orang oetan eiland gevestigd is. Met een bootje varen we naar het eiland waar apen uit Sarawak worden opgevangen. Een fokprogramma moet de dieren voor uitsterven behoeden. Op het eiland zitten de apen in verschillende ontwikkelstadia. De apen zijn er geboren en worden geleerd om voor zich zelf te gaan zorgen zodra ze weer opnieuw kunnen worden uitgezet; of ze hebben een afwijking en moeten daarom op het eiland blijven. Op dit moment zitten er zo'n 20 oerang oetans.
Na de dagelijkse regenbui kruipen we snel weer in de bus en rijden via de 7 km lange Penang brug de eerste file van de afgelopen weken richting ons hotel. Penang is een eiland dat via de brug met het vaste land is verbonden. Zowel voor als na de brug staan vele grote bedrijven en vanaf de brug is al een goed zicht op de hoge flat- en kantoorgebouwen zichtbaar. Ons hotel zit direct aan het strand en heeft ook weer een zwembad. Helaas is het strand vies en ligt er veel aangespoeld materiaal door de stroming. Het zwembad is echter schoon en we nemen dan ook snel een duik. 's Avonds bezoeken we de nightmarket. Ook hier weer veel nephorloges, zonnebrillen, tassen, etc. Op een groot foodcourt in het midden van de markt bemachtigen we een tafeltje. Bij allerlei verschillende kraampjes zoeken we het eten waar we zin in hebben; dit wordt vervolgens warm naar onze tafel waarna we pas af moeten rekenen. Zo halen we verschillende gerechten bij verschillende kraampjes. Ook de saté is weer voortreffelijk evenals het zeer dure aardbeienpannenkoekje met ijs. Dit is net zo duur als het eten van mij en Ron samen (wel 2,50!). Op het buitenterras van ons hotel nemen we nog een biertje.
De volgende dag ontbijten we buiten en wandelen we richting een winkelcentrum in de nabijheid van ons hotel. We drinken koffie, even internetten en lopen daarna via allerlei verschillende binnendoor wegen naar ons hotel. De tsunamie heeft in Penang wel wat schade aangericht. Dit deel is echter inmiddels schoongemaakt en door een projectontwikkelaar is er een nieuwbouw project met dure huizen en appartementen gebouwd. In het deel wat niet is opgekocht zie je nog wat schade aan de huizen van de mensen. Via een villawijkje komen we weer bij ons hotel; in deze wijk zie we grote en dure auto's staan, veel carporten voor het huis, veel hekken, veel honden en veel bescherming in de vorm van tralies voor ramen en deuren.
In de middag hebben we een citytour Penang. We bekijken de Thais boeddhistische tempel met de 32m lange "slapende Boeddha"; zelfs de wanden zijn bedekt met allerlei Boeddha afbeelden. De Birmaanse tempel met de 8m hoog beeld van Boeddha en een batikfabriekje waar we natuurlijk ook batik mogen kopen. In Georgetown bekijken we de Clocktower (60m hoog) en in Fort Cornwallis waar kanonnen staan van Nederlandse makelaardij. Ook bezoeken we de "dorpen" aan de waterkant bij de veerbootterminal die in het bezit zijn van de Chinese clans. Deze Clan Piers woningen zijn houten woningen die op palen in zee staan en via de steiger aan elkaar verbonden. De huizen aan 1 steiger zijn van 1 familie (clan) en hebben een gezamenlijke tempel en ontspanningsruimte. Als je geen familie bent, mag je niet aan de betreffende steiger een huis bewonen. Het valt op dat alle huizen een klein altaartje voor hun deur hebben, maar ook binnen in huis een altaartje hebben waar een kaarsje brand en offermateriaal ligt. Na een wandeling door de zeer kleurrijke Indiase wijk laten we ons afzetten bij een groot plein waar kraampjes staan waar je kan eten. We kiezen voor een mandje met allerlei borrelhapjes, we hebben pannenkoeken gevuld met banaan/kokos en filodeeg. Helaas zorgt de regen er voor dat we snel richting hotel moeten; daar nemen we nog een maagvullend toetje.
Om 07.30 uur staan we allemaal klaar om richting de veerboot te vertrekken. We gaan naar het veelbelovende bountyeiland Langkawi, tevens onze laatste verblijfsplaats tijdens de vakantie. We vertrekken in de stromende regen en stappen op de boot die ons in 3 uur varen op het eiland zal afzetten. Bij aankomst in Langkawi regent het nog steeds, jammer dat we tijdens de overtocht weinig hebben kunnen zien van het eiland en de andere kalkstenen eilandjes er om heen. Langkawi is het grootste eiland en heeft nog een dichte jungle met een mangrove en heeft daarnaast prachtige stranden. Tijdens de busrit naar het hotel (Pantan Tengah) klaart het even wat op, maar bij het hotel aangekomen horen we dat er een tropische storm wordt verwacht en dat de weersvoorspelling voor de komende dagen regen is.
In plaats van heerlijk in de zee te duiken en op een standbedje te gaan liggen besluiten we naar Underwater World Langkawi te gaan, dit is het grootste aquarium van Azië. Het is zeker de moeite waard, er zijn zo'n 5000 verschillende soorten zeedieren te bewonderen en het is zeer ruim, open en mooi opgezet. We kijken vervolgens nog even in de taxfree winkels en besluiten naar het hotel terug te wandelen omdat het droog is. Na halverwege een drankje te hebben gedronken begint het helaas weer hard te regenen; we laten ons met de taxi voor 1 euro bij de buren afzetten en genieten daar van een heerlijke Italiaanse maaltijd. Gelukkig is het weer inmiddels opgeklaard en lopen we terug naar ons hotel. Om toch even van de zee te genieten besluiten we met blote voeten in het warme water te gaan lopen; na 2 passen begint het weer te regenen en rennen we weer terug naar de overdekking van het hotel om daar een borrel te drinken!
's Morgens blijven we even lekker uitslapen en zien om 09.30 uur dat het weer beter is geworden. We trekken snel onze zwemkleding aan en nemen een duik in de zee. Het weer is deze dag zo goed dat we besluiten lekker op onze strandbedjes te blijven liggen en te genieten van het heerlijke warme weer. We merken dat de zon erg veel kracht heeft want Ron is aan het einde van de dag behoorlijk verbrand! Dit was echt zo'n dag waar je op hoopt als je naar Langkawi komt en we hebben genoten van de zon en het nietsdoen! Helaas regent het de volgende ochtend en besluiten met een taxi naar de kabelbaan te gaan die eindigt op de 2e hoogste berg op het eiland (Mount Mac Chinchang). Als we bij het park aankomen regent het nog steeds; dit houdt in dat de kabelbaan niet vertrekt. We kijken even wat rond in het park, drinken koffie en besluiten toch maar te vertrekken; gelukkig is het weer aan het opklaren en net voordat we in de taxi terug willen stappen zien we de eerste gondels vertrekken. Snel terug! In zo'n 20 minuten brengt de gondel ons naar boven - 750m. We genieten van het heldere uitzicht en zien in de verte het strand van ons hotel. Iets lager is een wandelbrug aangelegd. Deze brug wordt dmv 1 pylon op 82 m hoogte gehouden. De uiteinden staan vast op het land; het middendeel van de brug waar een kromming in zit wordt via deze ene pylon gestabiliseerd over een lengte van 125m. Je loopt als het ware in de lucht boven de bomen en de zee.
Terug bij het hotel genieten we nog even van de zee en de zon en hebben 's avonds het afscheidsdiner. De laatste dag schijnt de zon! Tot 17.00 uur mogen we ons vermaken, daarna brengt de bus ons naar de luchthaven. We besluiten na even in de zon gezeten te hebben nog even te gaan shoppen bij Langkawi Fair Shopping Mall. Onze eerste vlucht vertrekt om 19.30 uur en na een uurtje landen we in Kuala Lumpur. Om 23.55 uur vertrekt onze tweede vlucht richting Amsterdam.
We hebben genoten van de vakantie. Dit jaar hadden we gekozen voor een rustige rondreis met weinig verschillende overnachtingplaatsen. In Maleisië is dit ook goed mogelijk. Het deel van het land waar wij zijn geweest (West Maleisië) is niet zo heel groot en de bezienswaardigheden zijn makkelijk te vinden en bereikbaar. De gehele reis was daarom goed en ontspannend.