Reisverslag
Rondreis Peru: 26 augustus – 14 september 2009 Na een vlucht van ruim 12 uur over ongeveer 10.525 kilometer komen we aan het eind van de middag aan in Lima. De temperatuur is bijna gelijk aan Nederland, dus zo’n 20 graden. Ons reisgezelschap telt 20 personen. Na een korte kennismaking vertrekken we met de bus door de drukke stad naar ons hotel. De eerste keer in een nieuw land kijk je altijd je ogen weer uit. In de stad wonen 8.2 miljoen inwoners. Al snel spotten we oude auto’s, Pizzahut en een soort Mc Donalds, hele grote winkelcentra en bowlingbanen met rondom eetgelegenheden. Daarvoor staan dan weer kleine karretjes met mensen die eten verkopen. En dat terwijl het verkeer rondom ons heen rijdt. Onze eerste indruk van Lima is dat het heel veel lijkt op Cuba. De huizen zijn groot, koloniaal, kleurrijk en hebben smeedijzeren of houtbewerkte balkons. Ze stralen gezag uit met een Spaanse invloed.
Ons hotel staat vlakbij de zee. Na een korte briefing en ons eerste glaasje Pisco Sour gaan we snel een hapje eten en duiken we om 21.00 uur (NL tijd: 03.00 uur) het bed in.
Tijd om uit te slapen zal er deze reis niet bij zijn. Om 07.00 uur zitten we aan het ontbijt en zijn we klaar voor een rondleiding door het centrum van Lima. Na wat onderhandelingen van Saskia, onze reisbegeleidster, kruipen we met 16 mensen in een aftands busje. Via verschillende kerken: Inglesia Las Nazarenas en Inglesia de la Merced lopen we naar het Plaza San Martin met het beeld de gelijknamige generaal. Via “wallstreet” lopen we terug naar Plaza de Armas waar we bij de Palacio de Gobierno (regeringspaleis) het wisselen van de wacht bekijken. Na de lunch hebben we “vrije tijd” en regelen we een rondleiding door het Klooster van San Francisco en bekijken we de kathedraal. In de komende steden die we gaan zoeken zal Plaza de Armas overal het zelfde zijn; het is gelegen in het kern van het centrum, er staat een fontein, er is een parkje en er staat een kathedraal. Na de bezichtigingen in de oude binnenstad eten we vanavond in het hippe deel van Lima: Miraflores. Hier zitten de echte bekende grote winkelketens en opvallend veel casino’s.
Het eten wat we tot op heden hebben gegeten is altijd goed en lekker. In Peru heeft men een normaal/simpel ontbijt en zowel ’s middags als ’s avonds wordt er warm gegeten. Peru is een land waar veel aardappelen worden verbouwd, dus krijg je ook overal aardappels (puree of friet) maar ook een schep rijst op je bord naast het stukje kip, rundvlees of vis. Veel groente tref je echter niet aan op je bord.
Na de grote stad Lima hebben we een lange reisdag voor de boeg richting Pisco. De stops die we in de ochtend maken zijn voornamelijk bestemd om koffie te drinken en om te tanken. Het wisselende landschap valt op: woestijn, maar ook groen, kippenfarmen met een plastic dak, bergen en weer woestijn. Het plaatsje Pisco is 4 jaar geleden getroffen door een aardbeving. Heel Peru ligt op een scheidsvlak van de aardkorst dus aardbevingen komen hier relatief vaker voor. De regering lijkt deze stad vergeten te zijn en er is daarom nog geen geld om de stad op te knappen en weer leefbaar te maken. Het ziet er zeer armoedig en uitgestorven uit: voor een deel verharde wegen, voor een deel weer opgebouwde huizen, etc. Als we echter bij de toeristische haven aankomen is het meteen anders. Alles ziet er nieuw, schoon en modern uit. Na een heerlijke lunch en wat foto’s van pelikanen rijden we door naar Parc Paracas. We zien pelikanen, flamingo’s en laten ons informeren in het museum. Ook dit natuurgebied is aangetast door de aardbevingen, de bekende Cathedraal die de poort vormde van de zee naar het land is volledig ingestort. Naast de zee zien we rondom ons heen niets dan woestijn; kaal, vlak en leeg.
Ons hotel wordt streng bewaakt in verband met de armoede in de stad. We rijden door een grote ijzeren poort met de bus naar binnen. Het hotel is rommelig en rumoerig; is Peru vindt een groot deel van het leven buiten plaats (eten, drinken).
Vanuit de haven van Pisco varen we naar Ballestas eilanden. Volgens de beschrijvingen zijn dit de Galapagos Eilanden in het klein. We zien pelikanen, aalscholvers, Jan van Gents en dan opeens in de verte wordt een walvis gespot. De boot twijfelt geen moment en we gaan er op af! Omdat een walvis lang onder water kan blijven is het moeilijk in te schatten waar hij weer boven water zal komen. Spanning alom in de boot… we zien iedere keer een heel klein beetje en opeens is daar een volledige staart in beeld! Helaas moeten we weer terug op koers naar ons reguliere boottripje en kijken daarna nog naar de pinguïns, zeehondjes en zeeleeuwen. De eilandjes zitten vol met al deze vogels en dieren! Na een korte onderbreking (bus heeft pech!) gaat we aan het eind van de ochtend naar een pisco brouwerij met wijngaarden. Na uitleg hoe dit proces te werk gaat (het wordt hier nog echt zo gedaan) krijgen we natuurlijk een proeverij. Voor de lunch arriveren we bij ons hotel. Deze woestijnoase met palmbomen ligt aan een meertje omgeven voor hoge zandduinen. Het plaatsje heet Huacachina en ligt vlak bij Ica. Er worden sandboarden gehuurd en we gaan op weg naar de zandduinen. Na een beginnersafdaling klimmen we naar het hoogste punt waar we straks ook de zon onder zien gaan. Er wordt nog een snelle afdaling op de sandboards gemaakt. Na de zonsondergang wordt het snel donker en koud; we dalen snel af richting ons hotel voor een stevig diner.
De volgende dag hebben we een makkie: we vertrekken pas om 09.00 uur! We rijden naar het Inca museum in Ica. Hier zien we keramiek en goed bewaarde mummies. Daarna naar het Maria Reiche museum; deze dame heeft de in het landschap gekerfde figuren = Nasca lijnen in kaart gebracht. Via een uitkijkpost aan de Pan American Highway krijgen we de eerste lijnen te zien. Dit wordt beter als we ’s middags vanuit een klein vliegtuigje over het hele gebied vliegen. Figuren die te onderscheiden zijn: een kolibrie, condor, aap, hond, spin, etc. De bedoeling van deze figuren en lijnen is nog nooit gevonden en het is een van de grootste archeologische mysteries. Na de vlucht hebben we tijd om te ontspannen, helaas is het zwembad in onderhoud dus moeten we het doen met de ligbedjes en onze boeken. We zijn zo ontspannen dat we de tijd nemen om na afloop van het eten nog een borrel te gaan drinken op het balkon van een restaurant met uitkijk op het Plaza de Armas. We zijn de laatste die het pand verlaten ….
De volgende ochtend vertrekken we naar de Chauchilla begraafplaats. Hier zien we verschillende mummies en andere overblijfselen uit de graven die destijds zijn leeggeroofd door de Spanjaarden. Het verhaal is dat de Inca’s na hun dood werden “ontdaan” van alles van in hun lichaam zat. Daarna werd het opgevuld en omwonden met katoen. Het lichaam werd in een foetushouding geplaatst zodat men de aarde op dezelfde wijze verliet als dat ze waren geboren. In de zak die om de mummie werd gedaan werden eveneens de belangrijkste zaken van die persoon gevoegd (ceramiek, haarklemmen, eten). De mummies werd op deze wijze in het graf gezet. Er zijn 12 graven gerestaureerd .
Onderweg naar de volgende bezienswaardigheid (wateraquaduct) zien we allerlei zandtornado’s. Bij het aquaduct zie je dat het water uit de bergen komt op een ingenieuze manier via allerlei overgangen door het land stroomt. Hierdoor kan men de irrigatie regelen voor de landbouwproducten in de omgeving. Je merkt dat het hier dan ook meteen veel groener en vochtiger is dan op de voorgaande begraafplaats midden in de woestijn. Daar krijgt men geen druppel water.
Terug in het hotel staat buiten een BBQ klaar. Met zorg is de tafel gedekt en kunnen we genieten van heerlijk vis en vlees, verse salades en groente.
Opvallend is dat er in Peru heel veel honden rondlopen. Het merendeel van deze honden is goed verzorgd en heeft een eigenaar. De mensen zijn super vriendelijk en je voelt je overal wel veilig. Het is vandaag 31 augustus: ik ben jarig! Mijn verjaardag vier ik in de bus; we hebben namelijk een hele lange reisdag voor de boeg. Vanuit Nazca rijden we via de prachtige kustweg gevolgd door een soms hobbelige weg langs en door de bergen richting Arequipa. We stijgen naar 2300m hoogte. Onderweg zien we in de verte bergen met sneeuw maar ook zeehondjes. De stad Arequipa is omgeven door 3 vulcanen (Chachani, Misti en Pichu Pichu). De huizen in deze stad worden van tufsteen gebouwd, afkomstig van de vulcanen. Dit houdt enerzijds de warmte binnen als het buiten koud is, maar ook de warmte buiten als de zon volop schijnt. In Arequipa logeren we 2 nachten in een koloniaal gebouw in het midden van de stad. We starten de dag met een rondleiding in het San Fransisco klooster; een deel is voor toeristen en in het andere deel wonen nu nog zo’n 20 nonnen. Het mooie aan dit klooster is het kleurgebruik door het gehele complex: blauw, geel en oranje/rood. Deze kleuren hebben geen betekenis maar zal het kleurrijker hebben gemaakt voor de nonnen die er hebben gewoond. In de kamers van de nonnen is goed te zien dat er vroeger ook veel verschil tussen arm en rijk werd gemaakt. In sommige kamers was zoveel ruimte dat daar zelfs een bediende sliep en was er zelf een kookgelegenheid voor zoete en zoute gerechten. Deze nonnen werden door hun familie financieel ondersteund. Daarentegen waren er ook kamers waar alleen een bed en een wasgelegenheid was. Het klooster staat in het midden van de stad maar als je rondloopt waan je jezelf ergens ver weg van de bewoonde wereld. Het klooster is een stadje op zich met straatjes, pleintjes, restaurant, keukens en natuurlijk een kerk. Na het religieuze deel gaan we naar het toeristendeel! We kopen t-shirts, Peruaanse mutsen voor de Incatrail. Ook de lunch is toeristisch; we zitten op de 2e etage in de openlucht boven een restaurant. Je kan aan alles merken dat dit een echte toeristenstad is. Het diner gebruiken we (volgens de Lonely Planet) in het duurste restaurant van Arequipa. We eten Alpacavlees dat op een steengril voor je neer wordt gezet; heerlijk en mager vlees. Morgen rijden we met de bus over de hoogste pas tijdens onze vakantie: 4900m. Er wordt ons dringend aangeraden het alcohol te matigen/laten staan en hiervoor in de plaats heel veel water te gaan drinken. Met name veel water en chocolade (zoet) is nodig voor de snelle aanmaak van rode bloedlichaampjes. Deze bloedlichaampjes missen in onze Nederlandse lichamen en als er voldoende aangemaakt zijn, heeft je lichaam minder moeite met de hoogte en wordt de kans op hoogteziekte kleiner.
Vanaf vandaag gaan we klimmen, vanaf 2300m gaan we in het Andesgebergte een pas over van 4900m en dalen daarna af naar ons hotel wat op een hoogte van circa 3600m ligt in het plaatsje Chivay. De stijging gaat snel; al na anderhalf uur rijden op we 3000m hoogte. Je ziet nu ook langzaam de natuur veranderen; van zeer droog naar groen en steeds groener. Dit is onder andere mogelijk door de goede irrigatie die is aangelegd maar ook door de natuur. Onderweg zien we vanuit de bus de vicuna (soort kleine lama), alpaca’s en lama’s: deze dieren horen bij Peru! Inmiddels regent het zachtjes en als we de pas over rijden sneeuwt het zelfs! In de middag maken we de eerste wandeling op hoogte. Vanuit onze ecolodge lopen we naar een waterval en forellenkwekerij. Voor deze korte wandeling (30 min) met klim omhoog lopen we allemaal al heel snel te hijgen en te zweten terwijl we eigenlijk helemaal geen slechte conditie hebben… Daarna nog een 1,5 uur wandeling via het Incapad maar oude opgravingen. Ook hier merk je dat de hoogte een zwaar beroep doet op je lichaam. Via een heel klein dorpje met een eigen Plaza de Armas weer terug naar ons hotel. Het is hier ’s avonds al erg koud. Op onze hotelkamer en in de badkamer staat zelfs een klein kacheltje. Als we in bed duiken ben ik blij met de warme douche en de warme stapel dekens!
Het ontbijt is vroeg omdat we een rit naar de Colca Canyon voor de boeg hebben. Deze kloof is ongeveer 2x zo diep als de Grand Canyon in Amerika. Onderweg zien we allerlei terrassen die tijdens de Incaperiode zijn aangelegd; deze worden gebruikt voor de landbouw. Het doel van de vroege ochtend is de condors te bekijken die door de warme luchtstroom naar boven zweven uit het diepe dal. De condor heeft een spanwijdte tot 3 meter, wordt 75 jaar en heeft een gewicht van 10 kilo. Het is de grootste aasgier ter wereld. Hun nesten zitten goed verscholen in de rotswanden. Het is een machtig gezicht als de Condor boven je hoofd zweeft; je hoort een soort van “zoeff” en voor je het weet is hij al weer meters verder. In de vallei maken we vervolgens nog een wandeling: beetje klimmen, beetje dalen, over een randje lopen langs de afgrond met daarnaast het irrigatiekanaal met water uit de bergen. De groep gaat vanavond eten bij een gelegenheid waar ook traditionele muziek en dansen worden vertoond; hier hebben wij geen zin in en gaan met een ander stel samen eten in het dorpje. Heen mogen we met de bus meerijden; voor de terugweg moeten we een brommertaxi regelen omdat de klim te lang duurt en er te veel wilde honden op de weg lopen. Na enige discussie wist de brommerchauffeur waar onze ecolodge lag; helaas kon hij mij en Ron niet helemaal naar boven krijgen; het laatste stuk hebben we toch moeten lopen…
De weg vanuit Chivay naar Puno is ook weer terug over het hoogste punt (4900m). Het weer is nu helder en (bijna) iedereen is inmiddels gewend aan de hoogte. We stappen dan ook uit om rondom ons heen te kijken en te genieten van het uitzicht. Een korte stop voor een winderige buitenpicknick. Puno ligt aan de rand van het Titicacameer. Dit meer is het hoogst bevaarbare meer ter wereld op een hoogte van 3827 meter met een oppervlakte van 860 km2, 165 km lang, 60 km en gemiddeld 100 meter diep. De volgende dag gaan we logeren bij een familie op een van de eilandjes in het meer (Amantani); gevraagd wordt of we voor de gastfamilie verse groente en fruit mee willen nemen omdat zij bijna nooit aan de wal komen. We halen op de markt de verplichte boodschappen, laten ons een beetje afzetten, maar hebben toch voor 50 ct een zak vol met verse groente en een zak met vers fruit. Zelf nemen we die avond ´genoegen´ met een pizza uit de steenoven. Heerlijk even relax eten en dit keer geen aardappels of rijst. In het centrum zie je veel toeristen lopen; dit merk je ook aan de straatverkopers en de winkels, het is bijna allemaal prullarie en Peruaanse truien die er verkocht worden.
Met fietstaxi’s vertrekken we naar de haven van Puno. Na een uurtje varen komen we aan bij de drijvende rieteilanden. De eilandjes zelf bewegen een beetje als je erover heen loopt; het schijnt dat als je te lang op een plek blijft staat het water langzaam over je voeten gaat stromen… De eilandjes zijn zo’n 12,5m dik en per jaar worden er 4 lagen nieuw riet op gelegd om verzakking tegen te gaan. De eilanden bestaan uit grote rietdelen die de eilandbewoners zelf zoeken en aan elkaar vastmaken; de eilandjes zijn dan ook verplaatsbaar. De eilandjes zijn erg toeristisch en we ontkomen niet aan de souvenirs en sommigen worden zelfs in klederdracht gehesen. Met een zelfgemaakte rietboot bezoeken we nog een eilandje, vervolgens varen we verder naar het eiland Amantani. Hier gaan we bij een familie thuis overnachten; maar voordat we daar zijn hebben we eerst een stevige klim voor de boeg met onze rugzakken en kado’s voor het gezin. Omdat de familie een apart dialect spreekt is het moeilijk om met ze te praten; met handen en voeten lukt dit soms. Op het eiland rijden geen auto’s en nog niet alle huizen hebben elektriciteit en stromend water. Gelukkig is er bij ons licht en kunnen we ons wassen met een teiltje met warm water dat de gastvrouw voor ons heeft gekookt. Ons gastgezin bestaat uit een moeder (Fenita) en haar man met een 3 tal kinderen (7 jaar, 6 jaar en 10 mnd); het lijkt dat ook de oma en zus met haar kindje bij het gezin wonen en eten. Het gastgezin heeft vanaf 2007 hun huis beschikbaar gesteld voor het toerisme, regelmatig krijgen ze mensen van de gehele wereld in hun keukentje. Fenita moet als gastvrouw ons overal naar toebrengen en ophalen en dit altijd in de verplichte klederdracht. Zodra ze een moment thuis is gaan deze kleren uit en werkt ze hard op hun landje. Gezamenlijk eten we in de kleine keuken, wij krijgen een plaats aan de tafel en het gezin zit op krukjes rond het vuur waarop het eten wordt gemaakt. We krijgen eenvoudige maaltijden die onze maag wel vullen; veel aardappelen, rijst en pasta. Het verse fruit en groente wat we hebben meegenomen wordt met heel veel dank ontvangen. Het fruit wordt ter plaatse geschild en door het gezin gegeten; daarna gaat de normale avondmaaltijd er nog in. In de avond maken we een klimmende wandeling naar de ruines van de tempel van Pachamama (moeder aarde) met een zonnepoort, daar zien we de zon dalen in het Titicacameer. Voordat het donker wordt zijn we weer bij ons gastgezin waar we de traditionele kleding aankrijgen om een avond te gaan dansen in het dorpshuis. Tijdens deze avond zijn alle toeristen met hun gastgezinnen aanwezig; is er veel muziek, gezelligheid en drank.
Het ontbijt bestaat uit een 2-tal pannenkoeken, daarna neemt onze gastvrouw ons bijna rennend mee naar de boot voor vertrek naar het volgende eiland: Taquille. De dankbaarheid van het gezin voor de kado’s en onze fooi blijft hangen; zij hebben echt geen idee hoe “rijk” wij zijn ten opzichte van hun levenswijze. Het eiland Taquille is het 2e grootste eiland in het Titicacameer. Ook hier dragen de bewoners klederdracht met prachtige borduursels die allemaal een eigen betekenis hebben. De tocht vanaf de boot is weer klimmend naar het dorpje (3900m) na de lunch hebben we een afdaling met 500 ongelijke Incatreden te nemen. Terug in het hotel zijn we blij met een warme douche, vervolgens hebben we daarna heerlijk gegeten in Puno.
Voor het vertrek uit Puno moeten we even lopen naar onze bus. Deze blijkt zo groot en luxe te zijn dat deze niet in de straatjes rondom ons hotel kan rijden… Onderweg naar Cusco drinken we koffie, gaan we kijken bij een “dierentuinje” waar we ons tussen de lama’s, alpaca’s en vicunas kunnen begeven om foto’s te maken. Na een uitgebreid lunchbuffet rijden we naar de Incaruines bij Raqchi en vervolgens een prachtige kerk in het plaatsje Andahuaylillas waar al het pracht en praal zo groot is dat er geen foto’s meer gemaakt mogen worden. Het kerkje is in onderhoud genomen door Unesco.
We komen aan het eind van de middag aan in Cusco (3326m). Cusco is heel gezellig om te eten, borrelen en om in rond te slenteren. Veel gebouwen zijn nieuw of vernieuwd omdat ze na de aardbeving in 1960 opnieuw zijn opgebouwd. Cusco is de vroegere hoofdstad van de Inca’s en in de stad en omgeving zijn dan ook nog veel overblijfselen uit deze periode te zien. Het toerisme is hier ook flink toegenomen. Terwijl de rest van de groep zich rustig aan het vermaken is in Cusco, bereiden wij met z’n 5-en ons voor op een lange, vermoeiende, onvergetelijke, fantastische wandeling van 4 dagen door de Andes ofwel de Intatrail eindigend bij Machu Picchu. Na de briefing over het hoe en wat voor de trekking krijgen we een 'duffelbag' waarin we maximaal 7 kilo kwijt kunnen aan kleren; exclusief onze slaapzakken en slaapmatjes. Beladen met deze backpack en een rugzakje met camera, water, muggenmelk, zonnebrand etc. starten we de volgende ochtend aan de Incatrail. Om 06.00 uur worden we opgehaald en uitgezwaaid door 3 medereizers en na 2,5 uur rijden en een ontbijtje arriveren we om 10.00 uur bij Km 82. Dit is een vrij algemeen startpunt van de trekking. Onze groep bestaat uit de 5 mensen van onze Djosergroep, 1 gids en 10 porters. Porters zijn sjouwers. Zij verslepen elke dag zo´n 20 kilo aan tenten, de eettent, de krukjes, gasflessen, etenswaren, een deel van de bagage kortom alles. Iedere dag mogen er maar 500 mensen starten aan deze trail, inclusief alle begeleiding die mee gaat, dit is noodzakelijk gebleken om de natuur te sparen.
Het eerste deel van de trekking zou niet al te zwaar zijn en met een ter plaatse gekochte (houten) wandelstok beginnen we vol goede moed. Vanaf het begin is de omgeving al indrukwekkend. Na ongeveer 2 uur lopen komen we bij Llaqtapata. Dit is de eerste Inca site die we vanaf een afstand kunnen bewonderden. Hierna verder met de tocht klimmend en dalend over paden, stenen, uitgehakte trappen om wat later een uitgebreide lunch te nuttigen. De natuur is nog groen met veel cactussen, in dit deel wonen mensen die leven van de landbouw. Na de uitgebreide lunch gaan we steil omhoog richting onze eerste campsite (Wayllabamba). Om 15.30 uur komen we met voelbare spieren in onze benen en een licht gebrek aan lucht aan. We kunnen heel even relaxen in onze tent om daarna te smullen van de afternoontea met koekjes en popcorn. (De porters lopen sneller en slaan de uitzichtpunten over. Hierdoor zijn zij iets eerder op plaats van bestemming en zetten zij razendsnel de tenten op en bereiden het eten.)
Na een koude nacht op 3000m hoogte vervolgen wij de volgende ochtend om 7 uur onze tocht. Dag 2 zou 'challenging' worden. Al vanaf de eerste meter vanuit onze camping klimmen we met kleine langzame stappen naar boven richting dead woman pass (4200m). Na een paar uur klimmen komen we uitgeput aan. Het is echt bizar hoe weinig zuurstof je uit de lucht haalt op deze hoogte. De pas heeft haar naam te danken aan oa de vorm van de bergen maar volgens de legende is de dame is als laatste over dit punt in te bergen aankwam geofferd aan de goden. Na dead womans pass begint de afdaling (hele stuk voor niks omhoog...) richting de lunch en het einde van onze wandeldag.
De overnachting was erg nat bij Pacaymayu. Net toen wij gingen eten begon het van licht naar steeds heviger te regenen. De druppels kwamen uit de naden van onze eettent. Omdat onze slaapzakken tegen de tent aan lagen zijn deze nat geworden. Ron had natte voeten en moet van sokken wisselen….. de duppels blijven maar vallen en allemaal waren we al huiverig aan het worden voor de nieuwe natte dag….
Na een stevig ontbijt klimmen we, gelukkig droog, omhoog naar Abra de Runkuraqay (3800m); helaas is het redelijk bewolkt en daarom het uitzicht niet zo fantastisch. Soms zien we een deel van de weg die we de vorige dag hadden afgelegd. Na deze pass gaan we verder richting Sayaqmarca (3580m), een Inca site die dienst deed als Astrologisch centrum, rustplaats en badhuis in de Inca tijd. Deze Inca site hebben we vanuit de verte bekeken en zijn doorgelopen naar onze lunchplaats. Daarna lopen we rechtstreeks de ‘high jungle’ in. Zien we hoge toppen met uitzicht over een besneeuwde Andes, beklimmen we steile trappen, dalen we af door dichtbegroeide jungle en in sommige gevallen smalle kleine tunneltjes. Redelijk uitgeput kwomen we rond 5 uur aan bij onze laatste campsite (Winaywayna, 2650m) waar we voor het eerste weer kunnen genieten van een biertje, pisco sour en een stoel met een leuning!! 's Avonds nemen we afscheid van de porters die drie dagen lang onze spullen hadden versleept, onze tenten hadden gebouwd en ons eten hadden gekookt.
De volgende ochtend staat iedereen om 5.30 uur te springen om naar Machu Picchu te gaan. Na een korte wachttijd bij het laatste checkpoint nog een snelle korte wandeling van 1,5 uur door een ´tropische regenwoud´ richting Inti Punku, oftewel Sungate, om een eerste glimp van Machu Picchu en Wayna Picchu te kunnen opvangen. Wat we zien is werkelijk ongelofelijk. Tussen twee hoge rotsen ligt daar midden in de middle of knowwhere een immens grote Inca site. Langzaam zijn we afgedaald. Machu Picchu ligt op 2400m, is gebouwd in de 15e eeuw en is volledig in tact gebleven omdat de Spanjaarden deze stad nooit hebben kunnen vinden. Bij aankomst in Machu Picchu hebben we snel een heerlijk broodje gegeten om vervolgens nog eenmaal de trappen te beklimmen voor een rondleiding door Machu Picchu. Er zijn verschillende bouwlagen met paleizen, tempels, huizen, trappen, kanalen, fonteinen en terrassen voor de landbouw. Erg interessant en indrukwekkend ondanks de overheersende vermoeidheid en stijve benen en knieën.
Om 12.00 uur vinden we het welletjes en gaan we met de bus richting Aguas Calientes over een aangelegde maar onverharde weg. Dit plaatsje is rondom de spoorlijn van Machu Picchu gebouwd, mede bekend door de warmwater bronnen en omdat dit het punt is waarvan alle bussen vertrekken is het heel erg toeristisch en druk. We hebben onze evaluatie, nemen afscheid van de gids en genieten van een heerlijk vette hamburger met patat! Nog even een treinrit (1,5 uur) en busrit (1,5 uur) richting Cusco waar we ons snel hebben ontdaan van de vieze kleren en genieten van een heerlijke warme douche. Na een uitgebreide warme maaltijd (o.a. ravioli gevuld met caviavlees) duiken we om 23.00 uur in een heerlijk zacht en warm bed in de wetenschap dat we de volgende dag geen wandeling meer hoeven te maken.
We slapen dan ook heerlijk uit en wandelen wat in Cusco, met een toeristentreintje laten we ons verder rijden en zien oa de Inca site van Saqsaywaman en het grote Jezusbeeld boven aan de stad. ´s Avonds hebben we een overheerlijk afscheidsdiner met de groep afgesloten met een heerlijk biertje. Het zit er weer op!
De terugreis start al vroeg met de vlucht naar Lima. Daar hebben we wat tijd te overbruggen en doen dit door naar de toeristenwijk Miraflores te rijden en vanuit daar wat rond te wandelen, te winkelen en te eten. Om 18.00 uur vertrekt onze vlucht vanuit Lima naar Nederland, hopelijk kunnen we wat slapen om nog een beetje uitgerust weer thuis te komen…
Reisverslag
- Details
- Hits: 188