India
India is kleur, bonte verscheidenheid, massale drukte, diepe ellende en oneindige schoonheid. Als geen ander land maakt dit deel van de wereld een onuitwisbare indruk op elke bezoeker. Sommigen worden hopeloos verliefd en keren steeds weer terug. Anderen zoeken overspannen naar de uitgang. Want India is veel, soms teveel. Alles is er te vinden. Het is een werelddeel. Er zijn woestijnen, jungles, de hoogste bergen ter wereld, stranden, wereldsteden. Een zesde deel van de wereldbevolking woont in dit enorme gebied. India is geen land, maar een subcontinent. Het strekt zich van noord naar zuid uit over een afstand van 3250 km. De afstand van oost naar west is 2950 km. Vergelijk de afstand Amsterdam naar Athene, die 2800 km bedraagt. De oppervlakte van India is 3,28 miljoen km². Het is 95 keer zo groot als Nederland. De kustlijn is 6100 km lang, en het land grenst aan Pakistan, Afghanistan, Tibet, China, Nepal, Bhutan, Myanmar, Bangladesh en Sri Lanka. De grens over land bedraagt 15.250 km.

Geen land ter wereld heeft een zo lange continue geschiedenis en alle tijdperken zijn in India met elkaar verweven. De tijd waarin de heilige veda's mondeling werden doorgegeven, dringt nog door in het heden. Oude animistische gebruiken hebben het hindoeïsme de magische glans gegeven, die de hedendaagse bezoekers weet te betoveren. Op belangrijke kruispunten van cultuur staan monumenten naast elkaar die met eeuwen tussensprong zijn gebouwd. Het land is bezaaid met tempels, beelden, forten en tombes. Enkele zijn wereldberoemd zoals het Rode Fort in Delhi of het beroemdste liefdesmonument ter wereld, de Taj Mahal. Andere monumenten hebben ten onrechte niet die status. Zeker Rajasthan is bezaaid met schitterende bouwwerken. India stroomt over van overvloed aan natuur, cultuur, mensen, geschiedenis, lijden, monumenten, feesten, leven en dood. Wie er voor het eerst naar toe wil, moet zich goed voorbereiden, want het is, zowel mentaal, fysiek als organisatorisch geen makkelijk land om te bereizen.

Het tempo van India ligt lager dan bij ons. Dat wordt eenieder duidelijk die bij zonsopgang in een roeiboot over de Ganges glijdt, terwijl langs de ghats van Varanasi duizenden zich baden en gebeden prevelen, lichtjes loslaten op de heilige rivier of hun geliefden cremeren, hun tanden poetsen of hun sari's wassen, terwijl naakte, natte kinderen spatten en krijsen van plezier, astrologen de sterren lezen, de palmisten handen lezen, sadhoe's met rastahaar en kleurige strepen op het voorhoofd op één been staan te mediteren, dolfijnen uit het water opspringen, zwaluwen ijle hoge tonen slaken, heilige koeien de doorgang versperren, apen fruit jatten van een stalletje en de magere bootsman onvermoeid doorroeit op zijn heilige rivier.

Twee soorten bezienswaardigheden zijn bijzonder de moeite waard, maar worden onderbelicht in de reisgidsen, daarom wordt er hier even de nadruk op gelegd. Het mooiste dat India te bieden heeft, is het leven op het platteland, waar het grootste deel van de bevolking woont. Het indrukwekkendst zijn de grote festivals, waarbij de hindoes hun goden rondslepen in extatische processies, of aanbidden op massale bijeenkomsten. De eeuwige tredmolen van dag en nacht, van zaaien en oogsten, van leven en dood, komt nergens beter tot uiting dan in de dorpen van India. Het ontwaken van mensen, dieren, van de natuur bij het eerste ochtendlicht, is als het ontwaken op de eerste dag.

In de overtuiging van veel hindoes wordt de wereld elke ochtend opnieuw geschapen. Als je kijkt naar de eerste zonnestralen die verstrooid worden door de dauw op een spinnenweb, als je de vogels hoort die druk in de weer zijn met het bezingen van de nieuwe dag, de kinderstemmen in en om de eenvoudige hutten, het knetteren van mestvuurtjes voor het bereiden van de ochtendmaaltijd, dan is het echt alsof het de ochtend van de eerste dag is. Behalve de dorpen zijn de religieuze festivals erg imposant. Als de goden massaal aanbeden moeten worden, dan is India op zijn best. Dan bouwen duizenden mensen staketsels van bamboe, lappen, papier en meters kerstverlichting. Binnen de kortste keren ontstaan de fraaiste ééndagstempels, of in elkaar geflanste processiekarren voor de goden. Ze boetseren godenbeelden, maken hun koeien op of beschilderen de gevels van hun huizen.

Indiërs kunnen als de beste in een handomdraai van de wereld een sprookjestuin maken, voor hun goden, wel te verstaan. En als het zover is, en de goden gezien en aanbeden mogen worden, dan verschijnen allen, rijk of arm, in prachtige sari's en gestreken, vlekkeloze hemden om tempelkarren te trekken of godenbeelden van slingers en offerandes te voorzien. Dan is alles gezang, kleur en jasmijngeur. Dan is heel even de hemel op aarde. Iemand die meer dan de helft van de landen van de wereld had bezocht, vertelde na zijn reis door India dat dit het meest exotische land ter wereld was. Exotisch, in de zin van anders dan waar we vandaan komen, is India voor ons zeker. De mensen denken anders, zien de zaken anders, eten anders, leven anders samen. India is een van de armste en dichtstbevolkte landen ter wereld. Maar het is ook een land waar levende, culturele tradities bestaan, die hun oorsprong vinden in een verleden, waarin we in Europa nog met hunebedden bezig waren. Nu, aan het begin van het derde millennium van onze eigen jaartelling, is die veel oudere Aziatische cultuur springlevend en als de waan van de dag aan het westen voorbij is gegaan, dan glimlacht India even en gaat verder in de tredmolen van dag en nacht, zaaien en oogsten, leven en dood.


Nepal
Nepal is een rechthoekig land dat van noordwest naar zuidoost een afstand heeft van zo'n 850 km en een maximale breedte heeft van 220 km. Het is met een oppervlakte van 147.000 km² vier maal zo groot als Nederland. Het land ligt ingeklemd tussen het door China bezette Tibet aan de noordoostkant en India, dat het aan de overige drie zijden omgeeft. Nepal wordt gedomineerd door het hoogste gebergte ter wereld, de Himalaya, waarvan de hoogste bergketen het land grotendeels afgrendelt van Tibet met toppen zoals de Mount Everest - bij de Nepalezen bekend als Sagarmatha (8848 m) - Manaslu (8156 m) en de Lhotse (8516 m). Parallel aan de Himalaya en dus de lengterichting van het land, loopt aan de zuidkant de Mahabharat bergketen met toppen tot boven de 3000 meter. Tussen deze twee ketens bevindt zich de Pahar, heuvelland dat wordt doorsneden door veel rivieren en enkele kleine, vlakke valleien, waaronder de Kathmanduvallei, het kloppend hart van Nepal.

Voorbij de Mahabharat bergrug ligt de jongste en laagste heuvelrug, Sivalik genaamd, met toppen tot 1200 meter. Ertussen liggen enkele kleinere laagvlakten, waar dichte jungle steeds verder plaats maakt voor rijstvelden. Voorbij deze heuvels gaat Nepal over in de Terai, een laagvlakte die onderdeel is van de Ganges laagvlakte van India. Een strook van tussen de 20 en 40 km breed behoort hiervan toe aan Nepal. De drie parallel lopende bergketens van Nepal worden op verscheidene plaatsen doorsneden door diepe rivierkloven.

Volgens de huidige stand van de wetenschap is de ontwikkeling van de Himalaya zo'n 30 miljoen jaar geleden begonnen, toen de Indiase landmassa tegen het Euraziatische continent botste als gevolg van immense tektonische bewegingen in de afkoelende aardkorst. De Indiase schol schoof onder de Euraziatische met als gevolg het ontstaan van de Himalaya. Voor die tijd maakte het gebied waarin Nepal ligt deel uit van een oceaan, waarvan de Middellandse Zee nog een overblijfsel is. Hoog in de bergen worden dan ook ammonieten gevonden die aan toeristen worden verkocht voor enkele euro's. De stuwing, waarvan de Himalaya het gevolg is, gaat nog steeds door en het gebergte neemt nog steeds in hoogte toe. Om deze redenen wordt Nepal ook regelmatig getroffen door aardbevingen en worden op breuklijnen aan de zuidelijke voet van de hoge bergketen warme bronnen gevonden. Dit tot grote vreugde van de daar wonende bevolking en de vermoeide trekker.

De verscheidenheid aan natuur in Nepal is enorm doordat in een klein gebied met hoogteverschillen van kilometers veel klimaatzones vlak naast elkaar bestaan. Er zijn grote gebieden waar ijs en sneeuw eeuwig heersen en zeldzame diersoorten zoals het sneeuwluipaard voorkomen. Maar daarnaast zijn er jungles en grasvlaktes waar het 's zomers 40 graden kan worden. Hier lopen nog neushoorns en wilde buffels rond. Daartussen vinden we naald- en rododendronbossen en alpenweiden waar wilde geiten zwerven. Slechts een vijfde deel van het land is in cultuur gebracht, vooral in de vorm van prachtige terrassen waar rijst wordt verbouwd. Een groot deel van Nepal is door zijn bergachtige landschap nog nauwelijks ontsloten en uitsluitend per voet of met kleine vliegtuigen te bereiken. Vooral het noordwesten is schaars bevolkt en weinig aangetast door mensenhanden.

Annapurna gebied
In het midden van Nepal, ten noorden van Pokhara, vind je één van de best toegankelijke en mooiste gedeelten van de Himalaya. Van oost naar west strekken zich de bergketens van de Manaslu, de Annapurna en de Dhaulagiri uit. Tussen de achtduizend meter hoge toppen van deze Himalayareuzen liggen tientallen drukbevolkte dalen en een netwerk aan wegen en paden, die de dorpjes met elkaar verbinden. Al doet de Nepalese overheid zijn best, tot nu toe zijn slechts enkele wegen in het voorgebergte geschikt gemaakt voor gemotoriseerd verkeer, zodat de dalen een nog grotendeels ongeschonden karakter hebben. Het gebied leent zich goed voor trektochten. Sinds 1977 worden buitenlanders toegelaten in de valleien rond de achtduizenders en inmiddels bezoeken jaarlijks zo'n 40.000 toeristen het Annapurnagebied voor een wandeltocht. De Nepalese bevolking springt op de behoefte in, zodat overal langs de routes hotelletjes, lodges en theehuisjes gebouwd zijn. Omdat het toerisme ook negatieve effecten heeft, bijvoorbeeld door ontbossing en vervuiling, heeft de Nepalese overheid het gebied in 1986 tot nationaal park gemaakt en de supervisie hierover overgedragen aan de ACAP (Annapurna Conservation Area Project) te Pokhara. Deze organisatie probeert door het opstellen van gedragsregels voor toeristen en bewoners de schade aan het landschap zoveel mogelijk te beperken. ACAP wordt mede gefinancierd uit de opbrengst van de entreegelden voor het gebied. Verderop in dit boekje wordt de gedragscode voor trekkers besproken.

De bevolking

India
De bevolking van India bestaat uit verschillende etnische groepen. In het noordwesten is de huidskleur over het algemeen wat lichter dan in het zuiden. In het noordoosten van het land zien we mongoloïde stammen die verwantschap hebben met de Chinezen. In 1961 woonden er in India ongeveer 440 miljoen mensen. Naar schatting zijn dat er nu al meer dan één miljard. De toename van de bevolking is een groot probleem voor de regering. India is al met familieplanning en geboortebeperking begonnen in 1952, maar het is de vraag of de campagnes zin hebben gehad. Voor veel armen zijn hun kinderen een investering in de toekomst. Ongeveer 74% van de mensen leeft op het platteland en de rest in steden. Steeds meer mensen zoeken echter hun heil in de steden waar ze rijkdom en vrijheid (van het kastensysteem) proberen te vinden. Dit heeft desastreuze gevolgen. Steeds meer sloppenwijken worden aan de grote steden geplakt en de overheid heeft geen geld om de leefomstandigheden van de bewoners van die wijken te verbeteren. Er zijn veel miljoenensteden. Boven aan de lijst van het aantal inwoners staan Mumbai en Calcutta, die beide elk bijna het inwonertal van heel Nederland op hun grondgebied hebben. Miljoenensteden die je op deze reis aandoet zijn Delhi, Jaipur, Agra en Varanasi. Ondanks het feit dat er in India een sterke feministische beweging is en dat in de hogere kasten/klassen vrouwen wel degelijk meetellen, is over het algemeen de positie van de vrouw in India zeer ondergeschikt aan die van de man. Met name in de traditionele plattelandsgemeenschappen is de vrouw vaak een soort van slavin, die niets in te brengen heeft. Echtparen hopen op een kind, maar eigenlijk op een jongen. Een jongen betekent een versterking van de familie. Zijn vrouw komt later bij hem wonen en brengt een bruidsschat mee. Wanneer een echtpaar een dochter krijgt, betekent dat dus later een bruidsschat betalen en meestal financiële zorgen.

Nepal
Wie Nepal bezoekt, raakt stellig onder de indruk van de Himalaya. Maar zeker zo bijzonder is de bevolking. De Nepalezen zijn vriendelijk, bescheiden, hoogstbeleefd en goedlachs, ongeacht hun afkomst of godsdienst. En voor het overgrote deel gaan ze nog gekleed in traditionele kostuums van de etnische groepen waaruit ze afkomstig zijn: Newari, Magar, Bhotia, om er maar enkele te noemen. Het zijn echter de goden die Nepal regeren, niet de Nepalezen. Dat doen de hemelbewoners samen met de koning van het land, die een incarnatie van de god Vishnoe is. De Nepalezen vieren voortdurend feest om hun goden te eren, om overwinningen op demonen te vieren, om goede oogsten af te dwingen en aardbevingen te voorkomen. Het lijkt alsof de Nepalezen meer oog hebben voor de goden dan voor de werkelijkheid van hun bergachtige ondermaanse. Nepal telt naar schatting 20 miljoen mensen, waarvan zo'n 6% in de Kathmanduvallei woont. Een vijfde deel van de bevolking woont in de Terai en de rest verdeeld over de bergachtige gedeelten van het land. In welke plaats je ook komt, overal is de lucht zwanger van het gekwetter van kinderstemmen. Het geeft Nepal een vrolijke, optimistische zweem maar feitelijk zijn het de bedrieglijke tekenen van een rampzalige bevolkingsaanwas van naar schatting een half miljoen mensen per jaar. Dit ondanks de lage levensverwachting (54 jaar) en de hoge kindersterfte (1 op de 5 sterft voor het vijfde levensjaar). Naar verwachting zal de bevolking zich in het jaar 2020 hebben verdubbeld.

De vruchtbare Kathmanduvallei voorzag tien jaar geleden nog de hele bevolking van voedsel, maar momenteel moet het uit de Terai worden geïmporteerd. Terwijl de vallei een steeds groter aantal monden moet voeden, neemt de hoeveelheid landbouwgrond snel af door het toenemend aantal woningen. In de bergen is de bevolkingsgroei niet zo sterk (1,8% per jaar) als in de Terai (4% per jaar). Dit is het gevolg van migratie van bergbewoners naar dit gebied, dat feitelijk maar net ontgonnen is. Een toenemend aantal Nepalezen migreert naar omliggende landen, zoals India, Bhutan en Bangladesh. Dit heeft verscheidene malen tot open conflicten geleid en het terugsturen van tienduizenden bewoners naar het land. De bevolking van Nepal heeft kenmerken van de Europese- en Mongoolse rassen en is etnisch terug te voeren tot een combinatie van Indiase, Tibetaanse en Birmese culturele achtergronden. De mensen zijn overwegend hindoe en voor hen geldt het kastensysteem. In de hoge valleien van de Himalaya en aan de Tibetaanse grens wonen boeddhisten die zo'n tien procent van de bevolking uitmaken. In de Terai wonen her en der wat moslims. Naast de hiërarchische indeling in kasten is er de indeling in etnische groeperingen, vaak met hun eigen taal. Al met al is de samenleving van de Nepalezen uiterst complex en voor de buitenstaander nauwelijks te doorgronden, omdat er sociale regels zijn voor de ontmoeting tussen leden van twee verschillende kasten of stammen.

Godsdienst

India

De overgrote meerderheid van de Indiërs (ongeveer 82%) is hindoe. Het percentage moslims bedraagt 11,3%. Verder zijn er christenen, sikhs, boeddhisten, jains, joden, parsi's, aanhangers van de Baha'i en animisten.

Nepal
Niets in Nepal is verwarrender dan de bonte verzamelingen goden, engelen, demonen, culturen en rituelen, die het land rijk is. De godsdienstbeleving in Nepal bestaat uit een mengsel van hindoeïsme en boeddhisme. Maar daarnaast zijn er nog tal van andere invloeden in terug te vinden, zoals animisme, sjamanisme, voorouderverering, de Tibetaanse bonreligie, tantra, vajrayana en lamaïsme. Waarin Nepal verschilt van de meeste andere streken in de wereld, is dat er geen echte opeenvolging van religies is geweest. In plaats daarvan is er in de loop der tijd een steeds ingewikkelder mengelmoes van de samenstellende delen ontstaan. In zekere zin deelt het land die kwaliteit wel met India, maar in dat land zijn toch enkele historische religieuze stromingen, zoals het boeddhisme, vrijwel geheel verdwenen.

Het hindoeïsme
Als je het hindoeïsme nader beschouwt, dan lijkt het wel of hindoes niets gemeenschappelijks hebben. Dat is tot op zekere hoogte ook zo. Er is geen centrale hiërarchie, geen algemene geloofsbelijdenis en geen stichter waar alle hindoes in geloven. Hindoes uiten hun religieuze gevoelens op allerlei manieren. Hierdoor vind je naast een begrip als ahimsa, 'geweldloosheid', en ideeën over vegetarisme, rituelen waarbij dieren worden geslacht of waarbij aan zelfkastijding wordt gedaan. Geloof in reïncarnatie bestaat naast een geloof in een hemel van de voorvaderen. Starre rituelen komen voor naast zeer emotionele ceremonies. Om een goed beeld van het hindoeïsme te krijgen kun je het beste individuele hindoes vragen naar hun ideeën daarover. Het blijkt dan dat vrijwel elke Indiër uitgesproken ideeën heeft over zijn of haar religieuze beleving en daar vaak graag over wil uitweiden. Maar opnieuw zul je zien dat er veel persoonlijke visies naast elkaar kunnen bestaan.

Hindoes erkennen veelal dat het leven vier doelstellingen heeft. In de eerste plaats is dit het volbrengen van religieuze en sociale verplichtingen tegenover de familie en de samenleving. Deze verplichtingen worden samengevat in het begrip dharma. Ten tweede is het vergaren van genoeg materieel bezit belangrijk, waardoor het geven van aalmoezen aan bedelaars en rondtrekkende heiligen mogelijk wordt en de familie kan worden onderhouden. Dit staat bekend als artha. Het derde doel is het beleven van seksualiteit of kaama, waaruit mannelijk nageslacht moet voortkomen. De zoon is nodig voor het uitvoeren van de voorouderrituelen. Het laatste en hoogste doel is de bevrijding uit de wedergeboorten, ofwel moksha (een vergelijkbaar en in het westen veel bekender begrip is het boeddhistische nirvana). Naast het nakomen van deze verplichtingen is de individuele hindoe vrij te denken wat hij wil. Hij mag zijn eigen spirituele leermeester of goeroe kiezen. Er is een groot respect voor goeroes en voor ouderen. Hiernaast wordt er veel eer betoond aan de talloze levende heiligen. Veel van deze levende heiligen trekken rond door India en Nepal en worden sadhoe's genoemd.

De meeste hindoes geloven ook in karma. Deze levenswet betekent dat de ene daad de andere oproept, en alles wat je in je leven tegenkomt in feite een resultaat is van vroegere daden. Door het verrichten van goede daden kun je verdiensten kweken waarvan je later, in dit leven of in een volgend, de vruchten zult plukken. Hindoes besteden veel tijd aan het vereren van de goden die in de tempels huizen. Dit kunnen enorme tempels zijn, maar ook huistempeltjes in een hoekje van de kamer waar een familiegod wordt vereerd. In de tempel leeft de god als een koning. Veel hindoes geloven dat het mogelijk is om god zelf in de tempel te ontmoeten.

De godenwereld

Een bezoek aan een hindoetempel is ook een inleiding tot een enorm godenpantheon. De meeste hindoes zullen je vertellen dat ze in één god geloven, ook al lijkt het dat er duizenden goden bestaan. Als je daarnaar vraagt dan krijg je vaak als antwoord dat de veelheid aan vormen gezien moet worden als de vlakjes van een diamant. Valt een lichtstraal op de verschillende vlakjes dan zal er iedere keer een ander facet van de diamant oplichten, maar het blijft dezelfde diamant. Hier zal nu aandacht worden besteed aan een paar belangrijke goden uit het hindoeïsme: Shiva, Vishnoe, Ganesha. Daarna worden enkele godinnen behandeld.

In het westen is men vaak bekend met de hindoe drie-eenheid Brahma-Vishnoe-Shiva. Brahma wordt echter nauwelijks vereerd, omdat hij te abstract is, geen vorm aanneemt en nauwelijks spannende mythen heeft gecreëerd. Shiva is een van de belangrijkste goden van het hindoeïsme. Hij wordt vaak afgebeeld als een asceet. Hij gaat gekleed in een tijgervel of een olifantshuid, beide zijn verwijzingen naar twee demonen die hij ooit heeft vernietigd. Zijn lichaam is grijsachtig of wit van kleur omdat hij zich insmeert met de as van de lijkverbrandingplaatsen. Zijn haar draagt hij in lange gevlochten lokken zoals veel asceten in India het dragen. Hij heeft drie ogen, het derde siert zijn voorhoofd. Uit dit derde oog kan hij vuur laten voortrazen en daarmee vernietigt hij het universum als de schepping ten einde loopt.

Shiva verenigt in zijn gestalte en in de attributen die hij bij zich draagt veel tegenstellingen. Dit komt, zo leggen hindoes uit, doordat hij een god is die het hele universum omvat, van hoog tot laag, van rein tot onrein. Zo draagt hij in zijn ene oor een oorring die uitsluitend gedragen wordt door laagkastige dorpsvrouwen terwijl in zijn andere oor een oorring hangt in de vorm van een mythische krokodil zoals alleen brahmanen dragen. In een van zijn handen draagt hij een trommel, damaroe, die op een zandloper lijkt. Met deze trommel geeft hij het ritme van de schepping aan. Een van zijn andere handen draagt een oplaaiend vuur waarmee hij de wereld vernietigt. Op zijn hoofd draagt hij bloemen waaronder de zeer giftige datura, een bloem waaruit hallucinerende stoffen kunnen worden gedestilleerd. Om zijn hals draagt hij giftige slangen, symbolen van de dood. Op zijn hoofd draagt hij ook een maansikkel, een doodssymbool. Zijn rijdier is de stier Nandi. Nandi ligt bijna altijd voor de ingang van een Shiva tempel.

Vishnoe is een god die in talloze gedaanten verschijnt. In karakter is hij doorgaans wat milder en vriendelijker dan Shiva, hoewel ook hij extatische aspecten kent. Vishnoe wordt meestal afgebeeld met een blauwe lichaamskleur en vier armen waarin hij een schelp, een knots, een lotus en een discus draagt. Hij draagt vaak een kroon en een geel kleed. Om zijn hals draagt hij een krans van woudbloemen en diverse sieraden waaronder een juweel dat wensen vervult. Vishnoe heeft twee rijdieren, de slang Shesha en de vogel Garuda. De slang dient hem als rustbed terwijl de vogel hem door het universum vervoert. Vishnoe bewaakt de wereld en hij grijpt in als er iets dreigt mis te gaan. Hij verschijnt dan op aarde in de vorm van een incarnatie.

De hindoes kennen tien klassieke incarnaties: vis, schildpad, zwijn, de manleeuw Narasimha, dwerg, Rama met de bijl, Rama met de boog, Krishna, boeddha en tenslotte Kalki. De laatste incarnatie van Vishnoe, Kalki, moet nog komen. Hij zal verschijnen als een ruiter op een wit paard met een zwaard dat 'vlamt als een komeet'. Daarmee zal hij alle demonen vernietigen die de wereld bedreigen. De populairste incarnaties van Vishnoe zijn Krishna en Rama met de boog, de held van de Ramayana. Krishna komt zelf weer in tal van verschillende verhalen en situaties voor en is vooral populair in zijn verschijning als jonge koeherder. Hij beleeft talloze avontuurtjes met de herderinnetjes van het dorp waar hij woont. Later is hij ook een groot religieus leraar geworden en hij verwoordt zijn boodschap aan de mensheid in de Bhagavad Gita, een belangrijke filosofische tekst, die centraal staat in de Mahabharata.

Een bijzonder populaire god is Ganesha. Hij valt enorm op tussen de honderden godengestalten van het Indiase pantheon omdat hij het hoofd heeft van een olifant. Van hem bestaan tientallen vormen. Ganesha is een god die hindernissen wegneemt als hij wordt vereerd. Vereer je hem niet dan kan hij juist hindernissen scheppen. Ganesha doet alles voor de mensen die hem aanbidden en daarom wordt hij ook vaak door misdadigers, criminelen en zwarte magiërs vereerd. Ganesha wordt in bijna iedere hindoetempel vereerd. Hij rijdt op een rat. Ganesha is een zoon van Parvati en Shiva. Op een dag bevond zij zich in haar badkamer en maakte uit vuil van haar lichaam een jongetje. Ze stelde hem aan als deurwachter voor haar badkamer. Toen Shiva de badkamer wilde betreden werd hij tegengehouden door Ganesha. Uit woede liet hij vuur los uit het derde oog dat hij op zijn voorhoofd draagt. Dit vuur verbrandde het hoofd van Ganesha. Parvati was hierover zeer boos en Shiva beloofde het hoofd van haar zoon te herstellen. Hij sloeg het hoofd van een olifant af en plaatste dat op de romp van Ganesha. Toen het hoofd van de olifant werd afgehouwen viel het op de grond en een slagtand brak af. Deze is aan de hemel geplaatst in de vorm van de maansikkel.

Naast de mannelijke goden kent het hindoeïsme veel godinnen. Sommige van deze godinnen figureren als echtgenote naast een god. Zo heeft Vishnoe Lakshmi tot echtgenote, de godin van de rijkdom. Shiva heeft zijn echtgenote Parvati, Brahma heeft Sarasvati, Rama heeft Sita, Krishna heeft Radha. Daarnaast heeft hij nog duizenden andere bijvrouwen. De godinnen treden ook zelfstandig op waarbij hun partner vaak op de achtergrond blijft of zelfs geheel onvermeld blijft. Dit is het meest uitgesproken bij godinnen als Durga en Kali. Dit zijn krachtige godinnen die vaak hard optreden tegen demonen die de wereld bedreigen.


De kasten
In tegenstelling tot de westerse samenleving, waarin het principe van de gelijkwaardigheid van de individuen wordt onderstreept, is in India en Nepal in principe de ene mens niet gelijkwaardig aan de andere. De samenleving is opgedeeld in een hiërarchie van hoog naar laag en deze verdeling bepaalt veel van het dagelijks leven. De verschillende groepen worden meestal aangeduid met de term 'kaste'. De indeling in hoofdkasten omvat de vier varna's. De eerste varna bestaat uit de brahmanen, de priesterstand. De tweede varna bestaat uit adel en krijgers, de ksatriya's. In het huidige leger, de politiek en de politie is deze kaste oververtegenwoordigd. De derde stand bestaat uit ambachtslieden en handelaren, de vaisya's, terwijl de vierde varna uit de sudra's bestaat. De vierde varna heeft als taak de dienstbaarheid aan de bovenste drie varna's. Het is vooral de enorme massa boeren die ertoe behoort. Los van deze vier groepen is er ook nog de groep avarna's, de zogenaamde kastelozen.

Kastenregels zijn het meest specifiek op twee punten. In de eerste plaats betreft dit de keuze van de huwelijkspartner: kasten zijn endogaam, dat wil zeggen dat kastenleden onder elkaar trouwen. In de tweede plaats is het in theorie niet toegestaan met niet-kastengenoten te eten. De onderverdeling in kasten heeft veel te maken met het geloof in de mate van reinheid van een kaste. Veel Indiërs geloven dat onreinheid kan worden overgedragen door het eten van gemeenschappelijke maaltijden. Het is wel toegestaan voedsel te eten dat bereid is door iemand uit een hogere kaste. Het eten van voedsel dat door een lager iemand is bereid, is verontreinigend. Vandaar dat brahmanen zeer gewild zijn als koks in restaurants omdat voedsel dat door hen is bereid voor iedereen acceptabel is. Er is ook eten dat niet verontreinigend is, onafhankelijk van wie het heeft bereid. Dit geldt bijvoorbeeld voor noten, betelbladeren en fruit. Deze mogen van iedereen worden aangenomen. Indiërs herkennen elkaars kaste vaak aan uiterlijke kenmerken of aan het taalgebruik.

Boeddhisme
Boeddha werd geboren in Lumbini, in de Nepalese Terai, in de 6de eeuw v.C. Tijdens zijn luxe leven als prins werd hij geconfronteerd met het lijden van de mensen om hem heen. Na een lange meditatie verwierf hij verlichting en begon een nieuwe levensleer te verkondigen. Het Boeddhisme is feitelijke een hervormingsbeweging van het hindoeïsme en veel elementen komen overeen. Op een aantal belangrijke aspecten verwierp de Boeddha de gangbare leer echter. De Brahmaanse rituele verering van de goden en het kastensysteem waren twee belangrijke zaken die hij verwerpelijk vond. In navolging van het hindoeïsme beweerde de Boeddha dat alles wat bestaat een eeuwige opeenvolging van ontstaan en vergaan is (samsara), waaraan in principe niets kan ontsnappen; niet de goden, niet het universum, niet de mensen. Het is hem, de Boeddha, echter wel gelukt om uit dit eeuwige rad van wedergeboorten los te komen. Zijn leer is een ontsnappingsmethode naar het nirvana, een staat van tijdloze rust en eenheid met alles. Belangrijk zijn de vier grote waarheden:

1. Alle leven is lijden.
2. Dit lijden is het gevolg van onze begeerten.
3. Door het opheffen van die begeerten kan men een einde maken aan het lijden.
4. Het opheffen van de begeerten wordt bereikt door het bewandelen van 'de juiste weg'.

Die juiste weg bestaat uit het achtvoudige pad. Het is een systeem van denken en handelen dat ervoor zorgt dat het karma van degene die hem bewandelt, verbetert. Naarmate het karma verbetert door het bewandelen van de juiste weg, reïncarneert men in reinere vormen. Tenslotte bereikt men het stadium van bodhisattva, waarin men niets anders meer verlangt dan het geluk van alle anderen. Vervolgens lost men op in het nirvana, de staat van verlichting waarin men beseft dat alles wat bestaat illusie is en slechts een luchtspiegeling van een ondeelbare eenheid die in zichzelf rust. Gaandeweg ontwikkelde er naast deze weg, die later de Theravada of Hinayana school is gaan heten, het Mahayana-boeddhisme. Deze populaire vorm van boeddhisme herintroduceerde veel rituelen en de aanbidding van tal van Boeddha's en bodhisattva's. Al gauw ontstond er een nieuw pantheon van goden in de Mahayana, die zich in de dagelijkse beleving van de gewone gelovigen nauwelijks meer onderscheidde van het hindoeïsme.

Tantra en vajrayana
Terwijl het boeddhisme in India langzaam weer oploste in het hindoeïsme, ontstond er vanaf de 7de eeuw in het oosten van India een nieuwe religieuze beweging, de Tantra. Zoals alle grote bewegingen in het land verwierp de tantristische beweging de kasten en het ritualisme van de Brahmanen. Leden van iedere kaste en ook vrouwen waren welkom. Het belangrijkste verschilpunt met het hindoeïsme en boeddhisme is de manier waarop moksha of nirvana bereikt kan worden. De Tantra opende het revolutionaire concept dat alles in het leven gebruikt kan en moet worden op weg naar de verlichting. Niet alleen de goede geesten, maar ook de demonen konden dienen tot dit doel. De begeerten hoefden niet gedisciplineerd te worden, ze waren een grote bron van energie, de seksuele energie boven alles. De verering van Shakti, de goddelijke energie in vrouwelijke vorm, leidde tot het opwaarderen van de hindoegodinnen en het introduceren van godinnen in het boeddhisme. De tantristische school van het boeddhisme heet Vajrayana.

Bon en lamaïsme
Bon is de traditionele religie van het voorboeddhistische Tibet. Het is een vorm van sjamanisme waarin de sjamaan, door middel van trance en ritueel verstoringen in het evenwicht tussen hemel en aarde herstelt en zo ziekte, plagen en dergelijke wegneemt. Bon kent vooral ook een groot aantal woeste demonen die met ingewikkelde offers te vriend gehouden moeten worden. Voor deze offers waren vooral dieren, maar soms ook mensen nodig. Het beroemde Bardo Thodol of Tibetaans dodenboek is voor een groot deel gebaseerd op de Bonrituelen om in contact te treden met het leven na de dood. Het boeddhisme deed in Tibet zijn intrede in de 8ste eeuw met de komst van de monnik Padma Sambhava, maar kreeg slechts voet aan de grond door veel elementen van Bon over te nemen.

Met name de demonen, die zich tussen hemel en aarde bevonden, kregen een plaats in een lager pantheon dat voor hen werd gecreëerd. Ze zijn opgenomen als de wachters van de spirituele wereld. Deze dharmapalas zijn geschilderd bij de ingang van gompa's (kloosters) en vaak het onderwerp van thankha's (religieuze schilderingen). Andere voorstellingen op thankha's, met name de mandala en de bhavachakra zijn terug te voeren op sjamanistische patronen, die gebruikt werden om in contact te komen met hogere sferen. Deze Tibetaanse mengeling van Bon en boeddhisme is het lamaïsme gaan heten, naar de lama, de Tibetaanse priester. De dyani boeddha's, vijf mediterende boeddha's, met aspecten van de totale Boeddha zijn ontwikkeld in het lamaïsme, evenals gebedsvlaggen en gebedsmolens.

Culturele verschillen en gewoonten
Om een vriendelijk en effectief contact te kunnen onderhouden met Indiërs en Nepalezen is bekendheid met een aantal beleefdheidsregels en gewoontes noodzakelijk. Je dient in het achterhoofd te houden dat het om een zeer conservatieve samenleving gaat. Hieronder volgen de belangrijkste:

Ja en Nee
Misschien is het meest verwarrende praktische cultuurverschil tussen India of Nepal en West-Europa wel het gebruik van ja en nee. Om te beginnen wordt 'ja' niet aangeduid door te knikken, maar door de kin snel heen en weer te bewegen, waardoor het hoofd gaat 'wiebelen' (moet je beslist eens proberen). Ten tweede heeft 'ja', gewiebeld of gesproken een veel bredere betekenis. Naast 'ja' kan het 'jaja' betekenen, ofwel 'het is begrepen', of zelfs zoiets als 'dat klopt vermoedelijk' of 'ik heb u verstaan, maar ik ben niet geïnteresseerd in wat u zegt'. 'Nee' is een woord dat de Indiërs niet lekker op de tong ligt. Als ze je er neutrale informatie mee kunnen verstrekken dan zullen ze dat nog wel doen, bijvoorbeeld door 'nee' te antwoorden op de vraag of de bus naar Delhi hier stopt. Maar geef een Indiër een dropje en negen van de tien zullen het smerig vinden maar de kans dat je op de vraag 'vind je het lekker?' het antwoord 'nee' zult krijgen, is heel klein.

Beleefdheidsregels
De Indiërs en de Nepalezen groeten traditioneel met een namasté, waarbij de handen gestrekt met de palmen tegen elkaar worden gebracht voor het voorhoofd. Hoe hoger je de handen houdt, hoe meer respect je toont. Vaak kun je leden van de gelijke sekse ook een hand geven. Spreek iedereen aan met 'sir' of 'madam'. Verhef je stem niet, ook niet als iets niet naar de zin gaat. Vraag liever naar een hoger geplaatst iemand, omdat het delegeren van beslissingen niet tot de sterke kanten behoort van een Indiase organisatie.

Geschenken
Verbaas je niet over het feit dan men je niet meteen bedankt als je een geschenk meebrengt. Meestal wordt dat meteen ter zijde gelegd en ook niet uitgepakt. Dat moet in geen geval als minachting worden geïnterpreteerd. Het tonen van gretigheid is een slechte eigenschap.

Kleding
Korte broeken voor volwassen mannen vinden de Indiërs eigenlijk belachelijk, broeken gedragen door vrouwen schandelijk. De lokale bevolking kleedt zich graag formeel voor belangrijke gebeurtenissen. Mocht je worden uitgenodigd voor bijvoorbeeld een huwelijk, vraag dan naar eventuele kledingvoorschriften. Naakt en topless baden is verboden. Ook bikini's worden eigenlijk schandelijk gevonden. Indiase vrouwen baden voor het merendeel met hun sari aan. In de praktijk levert het dragen van een bikini veel last op van starende Indiërs. Een badpak maakt je zonnebad iets rustiger.

Links en rechts
De rechterhand dient in India en Nepal om te eten, de linkerhand om het achterwerk te wassen. Mocht je aan de maaltijd zitten met de lokale bewoners en je voedsel met de hand eten, doe dat dan zoveel mogelijk met de rechterhand. Verwisseling van de handen tijdens het eten wordt door Indiërs en Nepalezen als vies ervaren. Met de linkerhand raak je in principe ook niemand aan.

Afspraken
Wij komen uit een uiterst jachtige cultuur waar tijd geld is en afspraken punctueel dienen te worden nagekomen, omdat anders het schema van de rest van de dag in duigen valt. Indiërs hebben daar niet zo'n last van. Niet dat ze persé te laat komen, het kan ook zijn dat ze toch niets beters te doen hadden en een uur te vroeg komen. Dit doen ze alleen bij sociale afspraken. Gaat het om werk, dan zijn ze een stuk stipter.

Privacy
Staren is niet onbeleefd en de meeste Indiërs en Nepalezen hebben geen gevoel voor privacy, zoals wij dat kennen. Ze komen dichter op je staan dan Europeanen, lezen graag mee in het boek dat je aan het lezen bent en gaan het uitgebreid bekijken als je het neerlegt. Ze lopen soms zonder te kloppen de kamer binnen en blijven, als ze klaar zijn, soms een beetje rondlummelen. Je moet zelf de grenzen aangeven.

Mannen en vrouwen
Mannen en vrouwen in India en Nepal gaan anders met elkaar om dan westerlingen gewend zijn. Opvallend is dat je in India en Nepal zelden een man en vrouw gearmd over straat ziet lopen. Lichamelijk contact tussen man en vrouw wordt in het openbaar zoveel mogelijk beperkt. Genegenheid tonen in het openbaar is dan ook erg ongepast. Bij de Indiase stations en sommige bioscopen zijn er zelfs aparte loketten voor vrouwen en in de trein zijn er speciale vrouwencoupés. Voor contacten tussen dezelfde sekse gelden juist redelijk vrije omgangsregels. Als man kun je beter niet naast een Indiase vrouw gaan zitten en haar ook niet aanspreken. Dit geldt vooral voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Vrouwelijke toeristen kunnen wel contact leggen met Indiase vrouwen. Voor westerse vrouwen is het vooral van belang gedragscodes ten aanzien van Indiase mannen in acht te nemen. Je kunt beter als vrouw de Indiase mannen niet recht in de ogen kijken. Veel mannen zullen denken dat je op iets uit bent. Raak in Nepal in principe mensen niet zomaar aan, en als je kinderen wilt aanhalen, aai ze dan niet over de bol aangezien het hoofd heilig is. Een schouderklopje is beter op zijn plaats.

Heiligdommen bezoeken
Het betreden van religieuze plaatsen (m.u.v. kerken) dient zonder te schoeisel gebeuren. Hindoetempels dien je zonder hoofdbedekking te betreden. In sommige tempels en altijd in het garbha griha, het heiligste deel van de tempel, ben je niet welkom. Moskeeën bezoek je met bedekkende kledij. Soms wordt gevraagd om je hoofd te bedekken. Tijdens een dienst zijn de mannen gescheiden van de vrouwen. Als je om een boeddhistische stoepa loopt, loop dan linksom, dus met de klok mee. Foto's van een toerist voor een boeddhabeeld worden niet op prijs gesteld. Bij jainmonumenten mag je geen voorwerpen van leer mee naar binnen nemen. Een Sikhtempel betreed je met bedekkende kleding en iets op je hoofd.

Bedelen
Bedelen is ten dele een sociaal geaccepteerde bezigheid. Hindoes kunnen door het geven van aalmoezen hun karma wat oppoetsen en gegoede moslims zijn volgens de koran verplicht 4% van hun inkomen aan de minder bedeelden te geven. Anderzijds zul je de meeste inwoners van India hun afkeuring op krachtige wijze horen uiten. Bedelaars worden 'aarts-luie wezens' genoemd, 'die zonder werk aan hun dagelijks handje rijst willen komen'. Houdt er de regel op na kinderen nooit geld te geven, hooguit fruit of iets anders te eten. (Liever geen snoep, er zijn amper tandartsen in deze gebieden) Het is geaccepteerd om aan oude of invalide mensen te geven. Maar de werkelijkheid achter elke bedelaar is heel verschillend. Een enkeling bedelt inderdaad voor zijn of haar eten, maar de meesten worden gedwongen om hun plekje in een huis te betalen door deze activiteit. Daarnaast zijn er steeds meer verslaafden aan alcohol en drugs. Het beste kun je geld geven aan een gerenommeerde charitatieve instelling. Overigens is het legitiem voor bedelaars om in grote getalen bij de uitgang van tempels en moskeeën te zitten wachten op bakshish (een aalmoes). Zowel hindoes als moslims kennen iets dat lijkt op ons oude aflaatsysteem.

Festivals
Vrijwel geen reis zal verlopen zonder dat je een festival meemaakt, maar hieronder staan enkele van de belangrijkste. Onthoud dat er vaak op vollemaansnacht veel te doen is in de tempels. Vertrek februari: Shivaratri is het feest van Shiva. In de vollemaansnacht van de maand phalgun, worden overal rond de Shivatempels festivals gehouden. Vertrek maart; het Holi-festival. Zorg dat je oude kleren aan hebt, want de hele bevolking spettert elkaar onder met gekleurd poeder en water, zonder aanzien des persoon. Dit is het feest ter aankondiging van de lente. Vertrek april/mei: het Nepalese nieuwjaarsfeest, Bisket. Godenbeelden worden op tempelkarren door de stad getrokken en iedereen heeft een vrije dag. Vertrek september/oktober; Durga Puja of Dasain is het grootste feest van Nepal. Het duurt ongeveer 10 dagen en wordt overal gevierd. De overwinning van de godin Durga op de buffeldemon Mahisha is de aanleiding. Er zijn vliegerwedstrijden, parades en processies in de Kathmandu vallei. Vertek eind oktober/begin november: Diwali of Tihar, het feest van het licht wordt gevierd door het branden van duizenden lichtjes, het afsteken van vuurwerk, het bakken van zoetigheid en het maken van zandpatronen voor de deur. Hiermee wordt de god Rama verwelkomd na zijn langdurige verbanning naar de jungle. Tegelijkertijd is het 't feest van de godin Lakshmi.

GIFT for AID
Steun de projecten van de non-profit organisatie GIFT for AID die toeristen in Nepal de mogelijkheid biedt om bij te dragen aan de verbetering van de leefomstandigheden van de lokale bevolking. Op het informatiekantoor van GIFT for AID in Kathmandu worden kleinschalige en praktische ontwikkelingsprojecten gepresenteerd. Deze projecten zijn opgezet door lokale ontwikkelingsorganisaties. Je kunt het informatiekantoor bezoeken en het project dat je het meest aanspreekt rechtstreeks financieel steunen. 90% van het gedoneerde bedrag komt ten goede aan het gekozen project. Op het moment van schrijven worden er drie projecten gepresenteerd: Voorlichting aan vrouwen over sanitaire voorzieningen en nieuwe waterputten; installatie van nieuwe verbeterde kookstoofjes die minder hout gebruiken en minder rook geven; de bouw van huisvesting voor leprapatiënten in Kathmandu. Een bezoek aan de projecten kan geregeld worden in het kantoor van GIFT for AID in de Nepalese hoofdstad (zaterdag gesloten). Wil je meer weten, kijk dan eens op de website van de organisatie: www.giftforaid.org.

Algemeen
Besef voortdurend dat je als gast in een land verblijft waar men nu eenmaal andere omgangsvormen kent. Dat is niet afwijkend, jij gedraagt je afwijkend.

Electriciteit
India en Nepal hebben 220 volt, 50 Hertz stroom. Wel zijn er vaak stroomstoringen dus houd een zaklantaarn bij de hand voor het geval de elektriciteit weer eens is uitgevallen. De overnachtingsplaatsen bij de trektocht in Nepal hebben geen elektriciteit. Een wereldstekker is niet nodig. Belgische en Nederlandse stekkers passen op Indiase stopcontacten. Adapters zijn ook niet nodig.

Eten en drinken
De eetgewoontes in India en Nepal verschillen radicaal van die in Europa en de overgang kan soms een probleem zijn. In principe eten Indiërs gezeten op de grond met hun rechterhand van een metalen bord. Ze wassen vooraf hun handen en gezicht. Ontbijten vóór het tandenpoetsen, of zelfs thee of koffie drinken, vinden ze vies. Veel mensen in India en Nepal zijn uit religieuze of morele overwegingen strikt vegetarisch en ook eieren vallen buiten hun dieet. Vegetariërs hebben het eenvoudig in India en Nepal. Van oorsprong waren zowel de boeddhisten als de hindoes vegetariër. Alleen vis behoorde al langer tot het menu. De Moghuls en de Europeanen moesten er aan te pas komen om vlees tot een integraal onderdeel te maken van de Indiase maaltijd. Nog altijd is een groot deel van de bevolking strikt vegetarisch. De hoeveelheid vlees dat wel in rijst en curry's wordt verwerkt, is miniem vergeleken met datgene wat de Europeanen gewend zijn. Van de vleesgerechten zijn de tandoori's en de tikka's aan te raden.

Ontbijt
Cornflakes, toast, jam, boter en op tal van manieren bereide eieren behoren tot het standaardontbijt van hotels en restaurants. Indiërs ontbijten vaak met idli's (rijstcakes), dosa's (pannenkoekjes), puri badji (gefrituurd brood met groente) of Indiase broodsoorten en curd.

Lunch en diner
In India wordt 's middags en 's avonds warm gegeten. De regionale verschillen zijn groot, maar in alle grote steden kun je naar restaurants die gespecialiseerd zijn in een bepaalde streekkeuken. Overigens zijn die verschillen in het begin voor het westerse palet minimaal, omdat al het eten zo anders is. De maaltijd bestaat in India en Nepal uit rijst en of broodsoorten met curries en dal. Curry is de verzamelnaam voor alle groente-, vis- en vleesgerechten die worden bereid met 's werelds meest gecompliceerde specerijenmengsels (tot 25 per gerecht). Dal is de verzamelnaam van gerechten die gemaakt zijn van linzen en een belangrijke eiwitbron vormen. Naast Indiaas eten kan in grote steden ook vaak Chinees en westers gegeten worden, al zijn de pogingen om Europees eten na te bootsen vaak belabberd. Een reden waarom toeristen slecht tegen het eten kunnen, is omdat ze naar verhouding teveel van de curries opscheppen en te weinig brood of rijst. Curries zijn vaak vet en scherp en dienen in kleine hoeveelheden te worden gegeten als smaakmaker bij de koolhydraten. Voor Nepali in de dalen en de Terai betekent dal: dal bhat tarkari. Dal is een linzenpapje en de belangrijkste eiwitbron voor de Nepali, bhat is rijst en die wordt in hoeveelheden genuttigd die een westerling niet voor mogelijk houdt. Tarkari is het lekkerst en varieert. Het is een gerecht van gebakken groente in een masala, dat wil zeggen in een specerijenmengsel. Bladgroenten, aardappelen en bloemkool worden vaak gebruikt. In Kathmandu en Pokhara is het aanbod van buitenlandse gerechten groot, variërend van pizza's en moesaka tot r-sti met gefrituurde kippenpoot. In de populairste bergwandelgebieden zullen vaak ook zaken als chow min (bami) of spaghetti op het menu staan.

Snacks
Buiten de maaltijden om zijn er natuurlijk snacks. Arme Indiërs knabbelen vaak gepofte rijst, gedroogde kikkererwten of pinda's. Belpuri is een geliefde snack van mensen in Mumbai en omgeving. Het is gemaakt van linzen, knapperige vermicelli, tomaat, ui en verse koriander. Voor een paar roepies heb je een kleine schotel. Daarnaast zijn er tal van gefrituurde snacks, die vrijwel altijd vegetarisch zijn. Alleen in de duurdere restaurants worden deze tussendoortjes ook met een inhoud van vlees geserveerd. Enkele namen waaronder deze snacks worden aangeboden zijn: pakora's, gefrituurde balletjes, waarvoor aardappelpuree als bindmiddel wordt gebruikt; samosa's, kleine loempiaatjes met een vulling van aardappel en groente, en cutlets, gepaneerde en gefrituurde snacks met uiteenlopende vegetarische vulling.

Leidingwater
Leidingwater is niet drinkbaar. Je bent aangewezen op mineraalwater of het water dat in middenklasse- en dure hotels en restaurants speciaal wordt aangemerkt als drinkwater. Dit water is gekookt of door een bacteriefilter gehaald. Mineraalwater is verhoudingsgewijs duur (vanaf 10 rs per liter). Om die reden komt het een enkele keer voor dat flessen worden bijgevuld met water dat niet betrouwbaar is. Let bij aankoop op een goede verzegeling van de fles. IJsblokjes zijn alleen in goede restaurants van zuiver water.

Andere dranken
Bij temperaturen van 35°C of meer schiet de vochtbehoefte omhoog. Bij inspanning kan de innamenbehoefte stijgen tot meer dan vijf liter per dag. Een deel daarvan zit in het eten, de rest moet gedronken worden. Tijdens het transpireren raak je naast water ook zouten kwijt, die aangevuld moeten worden. Maak er bij grote hitte een gewoonte van om soep als voorgerecht te nemen. Chai of thee is de nationale drank van India en Nepal. Het wordt altijd vermengd met veel melk en suiker geserveerd. Wil je het anders, dan kan dat in de betere hotels. Voor koffie geldt hetzelfde. Frisdrank heeft inmiddels overal in India en Nepal zijn intrede gedaan. De lokale merken zijn vaak wat zoeter dan we gewend zijn. Lekker fris is de fresh-lime soda, sodawater met uitgeperste citroensap. Vermeld erbij of je het drankje zoet, zout of zonder verdere toevoegingen wilt drinken. Dat geldt ook voor een andere lekkere drank, lassi, die vergelijkbaar is met karnemelk. Lassi kan een bron van verkeerde bacteriën zijn. Dit kun je het beste alleen in goede restaurants bestellen. Heerlijke dranken zijn ook ijsthee en ijskoffie, dat laatste eventueel met een bolletje vanille-ijs. Verder zijn vruchtensappen voorradig zoals sinaasappelsap, mangosap, druivensap, papajasap en ananassap. Mango(sap) en ananas(sap) worden soms slecht verdragen en je kunt hiervan het beste niet meer dan een kleine hoeveelheid nemen. Verder kun je een kokosnoot laten openen en het sap opdrinken.

Alcohol
Bier is vrijwel overal verkrijgbaar, alleen onder beperkende voorwaarden. Zo hebben veel kleinere hotels geen vergunning. Daar wordt het alleen op je kamer geserveerd. Bier wordt meestal verkocht in grote flessen, hoewel steeds meer grote hotels tapbier schenken. Tot de beste merken behoren Kingfisher, Black Label en Rose Pelican. De prijs van bier is relatief hoog, variërend van 35 roepies in een winkel tot 100 roepies in een duur hotel. Sterke drank wordt geschonken in bars en verkocht in zogenaamde wineshops. Het zijn goedkope imitaties van bijvoorbeeld whisky, gin en rum. Wie graag wijn drinkt, kan beter een paar flessen naar India meenemen.

Restaurants en andere eetgelegenheden
In elk dorp in India en Nepal is wel een klein eettentje waar ze wat lekkers hebben. De eettentjes voor Indiërs en Nepalezen zijn heel goedkoop. Soms kun je er al voor een halve euro eten. Niet iedereen zal van deze plekjes gecharmeerd zijn. In hygiënisch opzicht lijken ze niet best. Dat valt in de praktijk meestal wel mee, maar voor veel westerlingen is de oude troep waarmee deze eettentjes zijn gemeubileerd niet stimulerend voor de eetlust. In de toeristenhotels zal regelmatig Indiaas eten worden voorgeschoteld dat meer is toegesneden op westerse tongriemen. Het beste eten wordt bereid in de keukens van lokale families. Laat je de mogelijkheid dan ook niet ontgaan, wanneer je wordt uitgenodigd de maaltijd bij bewoners thuis te gebruiken.

Fruit
Een van de grootste attracties van India is het bijna oneindige aanbod van de meest exotische vruchten. Ze komen in tal van kleuren, vormen en afmetingen voor en de ene soort is nog lekkerder dan de andere. Wie dit gebied ontdekken wil, zal zich ook vol overgave moeten storten op het vreemd ogende fruit dat opgestapeld ligt aan de straatkant of wordt aangeboden door vrouwen die hun kostje verdienen met de verkoop op het strand of op straat. Enkele van de heerlijkste vruchten zijn de mango, rambutan, papaja, ananas, koningskokosnoot, zuurzak, jackfruit, mangosteen, doerian en de vele soorten bananen.

Fooien
In hotels verwacht het personeel een fooi voor het brengen van de bagage en voor het verlenen van kleine diensten. De lonen in de Indiase horeca zijn, met uitzondering van de duurste hotels, abominabel en fooi is een noodzakelijke aanvulling op het inkomen. Als je een paar dagen op één plek blijft, dan is het handig om meteen bij de eerste dienstverlening fooi te geven. Dit kan heel stimulerend werken op de verdere service. Een fooi van 5 of 10 rs is voldoende. Taxi's en autoriksja's verwachten geen fooi. Fietsriksja's ook niet, maar de arme rijders kunnen erg blij gemaakt worden met een paar roepies extra. In duurdere restaurants is er een servicetoeslag. In goedkope uitspanningen is fooi een onbekend verschijnsel. De buschauffeur en bijrijder verwachten ook een fooi voor de tijd dat ze de groep rondrijden, evenals de dragers, gidsen reisbegeleider, tenminste als ze naar tevredenheid hun werk hebben gedaan. Een richtlijn voor de buschauffeur en bijrijder samen is € 12 per reiziger voor beiden. Voor de lokale Engelssprekende reisbegeleider kun je een bedrag van € 12 (voor 22-daagse reis) of € 15 (voor 29-daagse reis) in gedachten houden. Dragers en gidsen samen verwachten zo'n 300 (ca. € 4) Nepalese roepies per reiziger.

Fotograferen en filmen
Filmrolletjes van goede kwaliteit zijn niet overal te krijgen, dus is het het beste om voldoende film van huis mee te nemen. Laat film of camera nooit achter in een afgesloten auto. Door de snel stijgende temperatuur kan de kwaliteit van het fotografische materiaal achteruithollen. Afdrukken kun je beter thuis laten doen. Niet alle soorten batterijen voor camera's zijn verkrijgbaar. Zorg dus voor batterijen die de hele reis meegaan.

Geld- en bankzaken
De Indiase munteenheid is de rupee (INR). Eind 2005 was de waarde van € 1 gelijk aan 55 rupee. Omgekeerd was 10 rupee gelijk aan € 0,18. Voor de actuele koers kun je het best kijken op www.oanda.com. De rupee is onderverdeeld in 100 paisa. Er zijn munten van 5, 10, 20, 25 en 50 paisa en van 1, 2 en 5 rupee en heel soms kun je munten tegenkomen van 10 en 50 rupee. Bankbiljetten zijn er in 1, 2, 5, 10, 20, 50, 100 en 500 rupee en er is sprake van het uitbrengen van een biljet van 1000 rs. De munteenheid van Nepal is de Nepalese rupee. De munteenheid van Nepal is de Nepalese roepie. Eind 2005 was de waarde van € 1 ca. 88 Nepalese rupee. Omgekeerd was 10 Nepalese rupee gelijk aan € 0,12. Voor de actuele koers kun je kijken op www.oanda.com. De roepie is onderverdeeld in 100 paisa, maar waarden onder de hele roepie zijn zeldzaam geworden. Muntgeld is schaars en er zijn biljetten van 1, 2, 5, 10, 20, 50, 100, 500 en 1000 rs. In de grote steden zijn grote biljetten geen probleem, maar wie de bergen in gaat moet er voor zorgen dat hij van de bank geen biljetten groter dan honderd roepie meekrijgt.

Geld wisselen doe je bij een bank of het hotel waar je verblijft. Het laatste heeft de voorkeur, want banken kunnen uiterst traag werken en de koersen verschillen onderling nauwelijks. De meest gangbare valuta zijn de Amerikaanse dollar, het Engelse pond en de euro. Je kunt zowel contanten als gangbare travellercheques van Thomas Cook of American Express inwisselen. Cheques geven een iets betere koers dan contanten. Neem voor de zekerheid altijd wat contante euro mee. In geval van bankstakingen en andere ontwrichtingen van het dagelijks leven kan cash een uitkomst bieden. Er is een beperkte zwarte markt met kleine marges, kleine risico's en een uiterst vlotte afhandeling, maar het is illegaal. De belangrijkste creditcards worden in alle duurdere hotels, restaurants en winkels geaccepteerd. Geld opnemen met een creditcard is slechts mogelijk in een beperkt aantal bankfilialen. Verder kun je sinds kort op een paar locaties in Kathmandu en Pokhara geld pinnen met je creditcard en/of met je bankpas met Cirruslogo. De meeste banken zijn geopend van ma t/m vr 10-14 u en za 10-12 u. De banken op de internationale vliegvelden zijn dag en nacht geopend.

Zakgeld
Het door ons geadviseerde zakgeld is een minimum bedrag voor je maaltijden, drankjes, optionele excursies, entreegelden, ter plaatse te betalen luchthavenbelastingen en fooien. Het bedrag dat je uiteindelijk uitgeeft hangt natuurlijk sterk af van je eigen uitgavenpatroon, souvenirs zijn mede daarom niet inbegrepen.

Gezondheid
Zuid-Azië is een gebied waar meer ziektes voorkomen dan in West-Europa. De situatie is vergelijkbaar met die in onze regionen van vóór de Tweede Wereldoorlog. Alle gevaarlijke ziektes die regelmatig voorkomen in India of Nepal (in mindere mate in Sri Lanka en de Malediven) zijn ziektes die zich vrijwel uitsluitend onder de armen voordoen. Bovendien is de tijdige behandeling, voor wie het kan betalen, vrijwel altijd succesvol. Als je in Zuid-Azië voldoende aandacht schenkt aan hygiëne, insectenafweer en huidverzorging, dan zul je waarschijnlijk gezond blijven, misschien afgezien van wat onschuldige darmklachten.

Eten en hygiëne
Darmklachten komen in India en Nepal (en in mindere mate in Sri Lanka en de Malediven) veel vaker voor dan in West-Europa en voedsel kan een belangrijke bron van besmetting zijn. Bezoekers aan dit land wordt aangeraden om alleen vlees en kip te eten in gerenommeerde restaurants en daarbuiten zoveel mogelijk vegetarisch. Eet in goede restaurants of zoek in het geval van goedkope eettentjes de drukste zaak uit. Hier is de omloopsnelheid van het voedsel en daarmee de kans op versheid groot. Met gefrituurde vegetarische snacks kan bijna niets misgaan, afgezien van de kwaliteit van de frituurolie die, na veelvuldig gebruik, zwaar op de maag kan liggen. In dure restaurants moet je kunnen vertrouwen op al het eten, inclusief vlees, consumptie-ijs en salades, maar aarzel je, zet het dan weg. Salades kun je het beste niet in eenvoudige tentjes gebruiken en dat geldt ook voor vruchtensalades en -sappen. Door jezelf geschild fruit kan wel genuttigd worden. Was je handen vaak en controleer of servies en bestek naar behoren is afgewassen. Houd ook je vingernagels kort.

Zon en hitte
Verbranding door de zon is een veel voorkomend verschijnsel, dat heel eenvoudig kan worden voorkomen. In de felle tropische zon lopen mensen snel een zonnesteek of huidverbranding op. Om dit te voorkomen moet je je lichaam het liefst niet blootstellen aan directe zonnestraling, en zeker niet gedurende de heetste uren van de dag. Draag dus een hoofddeksel of paraplu en een zonnebril als je in de zon wandelt en gebruik een goede zonnebrandcrème als je aan het bruinen bent. Schaf deze artikelen aan voor je aan de reis begint. Belangrijk voor de huidverzorging is ook de behandeling van elk wondje met een desinfecterend middel.

Insecten
Muggen zijn het meest actief als de zon net onder is of vlak voor zonsopgang. Juist dan, en gedurende de verdere nacht moet je passende maatregelen nemen. Dekkende kleding helpt veel, evenals een goed insectenwerend middel zoals DEET. Daarnaast kun je mosquito coils vragen aan het personeel van het hotel of het restaurant waar je verblijft. Deze groene spiraaltjes worden dan onder je stoel of tafel gebrand. Ze houden de muggen op een afstand. De elektrische 'coils' zijn beter voor afgesloten ruimtes. Ten slotte kun je natuurlijk overwegen om een muskietennet mee te nemen.

Dieren
Haal in principe geen dieren aan. Hondsdolheid (rabiës) en schurft komen op uitgebreide schaal in India voor. Mocht je gebeten worden dan is het zaak om onmiddellijk een arts te raadplegen. In het geval van een honden- of apenbeet moet je eigenlijk meteen naar huis en daar onverwijld medische hulp zoeken. Hondsdolheid die niet in een vroeg stadium is behandeld, leidt zonder uitzondering tot de dood. Slangen- en schorpioenenbeten komen nauwelijks voor en zijn in de regel niet dodelijk. Loop niet met open schoeisel door ongemaaid gras en andere gewassen. Houd reistassen (vooral 's nachts) afgesloten en trek je schoenen 's ochtends niet aan voordat je gecontroleerd hebt of ze onbewoond zijn.

Diarree
De meest voorkomende klachten zijn darmklachten en dan vooral in de vorm van diarree. Diarree is een natuurlijke afweerreactie van de darmen om iets schadelijks of irriterends in het spijsverteringskanaal zo snel mogelijk af te voeren. In de meeste gevallen gaat het om een ongemakkelijk, maar ongevaarlijk verschijnsel dat wordt veroorzaakt door verandering in voedingsgewoonten, de hitte of door onschuldige bacteriën, waar je lichaam vanzelf afweer tegen opbouwt. We spreken dan van reizigersdiarree. Het enige dat je in de gaten moet houden is dat je niet uitdroogt. Vooral bij kinderen is dit gevaar aanwezig. De uitdroging ontstaat doordat het uitscheiden van vocht en zouten doorgaat, terwijl je darmen deze stoffen niet meer opneemt uit de darminhoud. Zodoende raakt het lichaam meer van deze substanties kwijt dan het binnenkrijgt.

De symptomen van uitdroging zijn een gevoel van lusteloosheid, droge mond en lippen en een lage urineproductie. Wat verder gevorderde uitdroging kun je testen door de huid op de bovenkant van je hand tussen duim en wijsvinger te nemen en dan de ontstane huidplooi los te laten. Als deze niet meteen weer strak trekt, is er sprake van uitdroging. Alleen bij oude mensen werkt deze test niet zo goed. Ernstige uitdroging gaat vaak gepaard met verwarring. Uitdroging is te voorkomen door veel water, frisdrank en soep te drinken. Als er enige uitdroging is ontstaan, dan kun je het beste water met een oplossing van oral rehydration salts (O.R.S.) drinken. Deze zakjes, zowel verkrijgbaar in India als vooraf bij je eigen apotheek, bevatten alle mineralen die het lichaam verliest bij diarree. Er zijn suikers aan toegevoegd om de opname van zout en water door het lichaam te verbeteren. De hoeveelheden die je moet drinken, staan aangegeven op de zakjes.

Wanneer diarree gepaard gaat met koorts, braken, bloed of slijm in de ontlasting, dan moet je meteen medische hulp zoeken. Er is dan sprake van dysenterie, waarbij meestal een bacterie een rol speelt die mogelijk met medicijnen moet worden bestreden. Er bestaan uitstekende middelen om diarree te stoppen, maar ze halen de oorzaak niet weg. De stof loperamide, die onder meer verwerkt wordt in de merkmedicijnen Diacura en Imodium, legt de darmen meestal volledig stil. Dit is handig wanneer je moet reizen. Deze middelen mogen niet ingenomen worden wanneer de diarree gepaard gaat met een van de bovengenoemde verschijnselen en er dus sprake is van dysenterie. Okugest is een homeopathisch middel dat verlichtend werkt bij maag- en darmklachten (in Nederland verkrijgbaar).

Prickly heat
Dit is een ontsteking van de poriën die door overmatige transpiratie ontstaat. Het komt veel voor, is onschuldig, maar lastig. De huid wordt plaatselijk rood en geïrriteerd. Vooral de plaatsen waar de huid tegen elkaar komt, zoals oksels en dijen, zijn bevattelijk. De symptomen zullen minder worden als je enkele malen per dag koud douchet (geen zeep) en je goed afdroogt. Talkpoeder op de aangewezen plaatsen kan helpen. Slaap bij vochtige hitte niet met een laken maar met een katoenen shirt. Als je er veel last van hebt, kun je het beste een paar nachten een kamer met airconditioning nemen.

Artsen, apotheken en medicijnen
Artsen en apothekers zijn in de regel goed opgeleid en betrouwbaar. De medische voorzieningen zijn lang niet altijd van goede kwaliteit. Overigens kun je vrijwel alle medicijnen zonder recept krijgen. Let bij de aankoop van medicijnen vooral op de verpakkingsdatum. Een kleine reisapotheek voor de tropen zou als volgt samengesteld kunnen zijn. Naast pleisters, verband, watten en een schaartje, een thermometer, jodium, pijnstillers, O.R.S.-zakjes, Imodium, een insectenwerend middel zoals DEET en een jeukverzachtende stift of zalf. Voor blessures zijn rekverband en tijgerbalsem handig. Vaccinaties: India, Sri Lanka en Nepal kennen geen verplichte vaccinaties, behalve wanneer men maximaal veertien dagen voor aankomst in een gebied is geweest waar gele koorts of cholera heerst. Om jezelf te beschermen, moet je ALTIJD uiterlijk vier weken voorafgaand aan de reis je arts of de lokale GGD raadplegen over te nemen voorzorgsmaatregelen. Er worden meestal vaccinaties tegen DTP gegeven, alsmede een prik tegen geelzucht (hepatitis-A) en tyfus en pillen tegen malaria. Deze laatste dien je tijdens en tot een maand na afloop van de reis te slikken. Sommige mensen worden aanzienlijk minder of zelfs helemaal niet door muggen gestoken wanneer ze twee weken voor de reis beginnen met het slikken van vitamine B-complex pillen, maar helaas helpt dit middel niet iedereen. In Nepal komt malaria alleen voor in de laaggelegen Terai, dus bij het Chitwan National Park.

Nog enkele adviezen voor een prettige verblijf
Gun je lichaam en geest de tijd om zich rustig aan te passen aan de nieuwe tijdzone en locatie. Vermijd spanningen, plan niet meteen van alles. Doe het de eerste dag in ieder geval kalm aan. Vroeg opstaan is een goede gewoonte; in warme landen is de ochtendtemperatuur vaak het plezierigst. Daarbij zijn de mensen in de landen die je bezoekt het zelf ook gewend om vroeg op te staan. Als je je aanpast aan hun ritme, zie je het meest van het land. Als je goed uitgerust bent, kun je alle nieuwe indrukken etc. het beste verwerken en heb je genoeg energie om veel te doen. Een reis naar India vereist een fysieke en psychologische aanpassing, die alleen goed verloopt als je uitgerust op reis gaat.

Klimaat
Noord-India heeft een warm en droog klimaat, met koude nachten in de wintermaanden en zeer hoge temperaturen in mei en juni (vaak reiken de dagtemperaturen boven de 40°C). Afgezien van de moessontijd juli-september is er weinig neerslag. Nepal heeft een vergelijkbaar klimaat, maar afhankelijk van de hoogte is het er wat koeler/kouder. In de zomer valt er in grote delen van de Himalaya veel regen en dit maakt de bergen voor een deel onbegaanbaar. In de vallei van Kathmandu valt die neerslag wel mee. In de wintermaanden december en januari zijn de nachten in de vallei koud en is er vaak mist, maar als deze optrekt is het zonnetje aangenaam en de Himalaya goed zichtbaar.

De beste reistijd
De beste reistijd voor deze gebieden is februari, maart en april, en vanaf half september t/m december. Februari en maart zijn echte lentemaanden en in oktober en november zijn er veel festivals te beleven. In de zomermaanden is het behoorlijk warm, maar de Indiase moesson heeft zijn heel eigen charme, met spectaculair weer, frisgroene natuur en gelukkige mensen die de moesson de mooiste tijd van het jaar vinden.

Fietsen
De Kathmanduvallei is uitermate geschikt om per fiets te worden ontdekt. Er zijn uitstekende mountainbikes te huur voor ongeveer 100 rs per dag. Voor de echte sportievelingen die grote fietstochten willen maken door het land is het niet eens meer noodzakelijk de fiets mee te nemen uit eigen land.

Wildwatervaren
Deze sport, die in Nepal met het Engelse woord 'rafting' wordt aangeduid, neemt met het jaar in populariteit toe. Op zich is dat niet verwonderlijk, omdat een tocht op een rubbervlot op een wild stromende rivier tussen de bergen een adembenemende ervaring kan zijn, zonder dat training of techniek vereist is. Deze tochten variëren in lengte van enkele uren tot enkele dagen en in het laatste geval wordt meestal op de oevers van de rivier gekampeerd. Op die momenten komt men ook weer in aanraking met de plaatselijke bevolking. Er worden vooral rafttochten gehouden op de Trisuli, Bhote Kosi, Sun Kosi en Kali Gandaki. Voor degenen die het voor het eerst doen, zijn deze rivieren een prima uitdaging, met voldoende sportieve hindernissen en afwisselende omgeving. De Trisuli heeft een klein nadeel dat er voor een groot deel de weg van Kathmandu naar Pokhara en India langs loopt, maar in de praktijk merk je daar nauwelijks iets van. De tochten op de Bhote Kosi en de Sun Kosi, hoewel nog niet gevaarlijk, zijn beduidend wilder dan die op de Trisuli. Liefhebbers van één dag of twee dagen raften, kunnen via de reisbegeleider/lokale agent geholpen worden met het organiseren ervan. Voor de hoogseizoenmaanden hoeft men geen speciale maatregelen te nemen tegen kou, omdat water en lucht vrij warm zijn. Wel kan een regenjack prettig zijn voor gedeelten waar bij voortduring water opspat. Daarnaast is zwemkledij natuurlijk belangrijk. In de wintermaanden kan raften onaangenaam koud worden.

Trektochten
Nepal kent de hoogste bergen en daarmee een van de meest dramatische landschappen ter wereld. De bergbevolking is, hoewel erg arm, uiterst kleurrijk en vriendelijk, er zijn geen autowegen. Er gaat een uitdaging van zulk gebied uit en daarom willen veel mensen er lopen. Iedereen die een goede basisconditie heeft en geen belangrijke lichamelijke problemen onder de leden heeft aan hart, bloedvaten of longen, is in principe in staat om een trektocht te maken in Nepal.

Gedragscode voor trekkers
In de jaren zeventig en tachtig werd duidelijk hoe, naast de sterk toenemende bergbevolking, ook de toename van het aantal bergwandelaars ernstige gevolgen had voor de ecologie en culturele identiteit in de Nepalese Himalaya. Om een voorbeeld te noemen: in het Annapurna-gebied kwamen begin jaren zeventig enkele honderden westerse toeristen per jaar. In 1995 was dat aantal gegroeid tot 51.000. De wandelingen in het gebied begonnen bekend te staan als de 'toiletpaper-treks' omdat de wandelpaden gelardeerd werden met slierten gebruikt toiletpapier (en een heleboel andere onfrisse zaken). Minder zichtbaar voor de buitenstaander maar van fundamenteler belang was de hoeveelheid hout die nodig was om al die westerlingen in staat te stellen hun veeleisende consumptiepatroon ook in de bergen vol te houden. Versterkte ontbossing was het gevolg. Inmiddels is er in een paar gebieden een sterke verbetering ingetreden en het beste voorbeeld van het zich ontwikkelende ecotoerisme is het Annapurna Conservation Area Project. Een van de zaken die daar is ontwikkeld is de zogenaamde 'minimum impact code', een gedragscode voor bergwandelaars, om de gevolgen van hun aanwezigheid tot een minimum te beperken. Het spreekt vanzelf dat wij je sterk aanraden je aan deze richtlijnen te houden:
* Gebruik zo weinig mogelijk niet-afbreekbare verpakkingen.
* Gebruik waterzuiveringsmiddelen, i.p.v. mineraalwater in plastic flessen.
* Neem alle niet-afbreekbare verpakkingsmaterialen mee terug. Verbrand of begraaf afbreekbaar afval.
* Zorg dat er zo weinig mogelijk brandhout gebruikt wordt. Overweeg bij je keuze van een lodge of er op petroleum, of met een energiebesparende houtoven wordt gekookt.
* Eet op de vaste etensuren en bestel in een groep zoveel mogelijk hetzelfde. Het scheelt veel brandstof wanneer er voor meerdere personen op hetzelfde tijdstip één menu wordt gekookt.
* Zorg voor afdoende warme kleding, zodat niemand echt afhankelijk is van verwarming 's avonds.
* Beperk het gebruik van heet water om te wassen tot een minimum.
* Was jezelf niet in stroompjes, of als dat moet, zonder zeep of shampoo.
* Gebruik toiletten voor zover aanwezig, of anders een plek op een afstand van minimaal 20 meter van een waterbron verwijderd. Dit is om bacteriële vervuiling te voorkomen.
* Begraaf uitwerpselen en zorg bij het kamperen voor een toiletkuil, die bij vertrek wordt dichtgegooid.
* Blijf op de paden en ga niet willekeurig door bossen en alpenweiden lopen, pluk absoluut geen bloemen of planten en koop geen zaken die gemaakt zijn van wilde diersoorten.
* Respecteer de lokale cultuur. Vrouwen dienen er redelijk bedekt bij te lopen, mannen in ieder geval niet met het bovenlijf bloot.
* Het openbaar tonen van affectie tussen man en vrouw wordt niet op prijs gesteld.
* Vraag toestemming om mensen te fotograferen.
* Geef nooit geld aan bedelaars en laat geen grote stapels roepies zien, wees discreet.

Nepal mag dan een prachtplek zijn voor een avontuurlijke vakantie, het is ook één van de armste landen ter wereld en de bergbewoners die maar net voldoende voedsel weten te produceren, zien hun grond achteruit gaan door uitputting en erosie. Het land heeft een enorme bevolkingsaanwas en de introductie van moderne materialen, zoals plastic, hebben langs de rivieren en in de straten van Kathmandu grote hoeveelheden zwerfvuil achtergelaten. Laten we, als we daar door de bergen lopen, proberen daar zo weinig mogelijk toe te voegen.

Taal

India
Volgens de grondwet zijn er 15 officiële talen in India. In het parlement wordt Engels gesproken, dat wil zeggen dat ieder Indiër die hogerop wil, Engels moet leren spreken. In werkelijkheid zijn er meer dan duizend talen. Met Engels kun je vrijwel overal terecht. Het is wel even wennen aan het mooie Indiase accent.

Nepal
Het Nepali is van oorsprong de taal van de hoogste kasten van de Kathmanduvallei. Deze taal is verwant aan de belangrijkste taal van India, het Hindi, en gebruikt evenals die Indiase taal het devanagiri-schrift. In Kathmandu en gedurende de wandeling kun je over het algemeen wel met Engels terecht. Niet alle dragers spreken Engels.

Tijdsverschil
In India is het 4 en een half uur later dan in Nederland en België, behalve in de periode dat de zomertijd bij ons geldt, dan is het verschil 3 en een half uur. In Nepal is het, raar maar waar, een kwartier later dan in India.

Veiligheid
India en Nepal zijn in veel opzichten veilig. Berovingen of andere vormen van fysiek geweld tegen toeristen komen slechts sporadisch voor. Ook diefstal van toeristen komt veel minder voor dan in Nederland of België, dit ondanks de grote verschillen in inkomsten tussen westerlingen enerzijds en veel Indiërs anderzijds. Niettemin is elke 'witneus' in de ogen van de lokale bevolking miljonair en degenen die met je in contact komen zullen tal van pogingen wagen om een graantje mee te pikken van die onmetelijke rijkdom. Dat gaat in vrijwel alle gevallen om vormen van bedelen of afzetten.

Overigens betekent dit niet dat je slordig met geld, waardepapieren en bagage kunt omgaan. Geld en waardepapieren kun je het best op het lijf onder de kleding dragen. Laat ook geen waardevolle zaken achter op je hotelkamer. Je moet de kat niet op het spek binden. In elk hotel kun je deze zaken afgeven bij de balie, in ruil voor een reçu.